•
Er mogen geen zekeringen met een hogere nominale stroom dan de aanbevolen
zekeringen worden gebruikt. Zekeringen met een lagere nominale stroom mogen
wel gebruikt worden.
•
Zekeringen van andere fabrikanten zijn toegestaan zolang ze de juiste nominale
waarde hebben en de smeltcurve van de zekering niet hoger is dan de smeltcurve
van de zekering vermeld in de tabel.
Berekening van de kortsluitstroom van de installatie
■
Zorg dat de kortsluitstroom van de installatie minstens de waarde heeft die in de
zekeringtabel gegeven is.
De kortsluitstroom van de installatie kan als volgt worden berekend:
I
=
k2-ph
2
R
+ (Z
2 ·
c
waarbij
I
Kortsluitstroom bij symmetrische twee-fase kortsluiting
k2-ph
U
Fase-tot-fase spanning van het netwerk (V)
R
Kabelweerstand (ohm)
c
Z
Z
= z
· U
k
k
k
z
Transformator impedantie (%)
k
U
Nominale spanning transformator (V)
n
S
Nominaal schijnbaar vermogen van de transformator (kVA)
n
X
Kabelreactantie (ohm)
c
U
2
+ X
)
k
c
2
/ S
= transformatorimpedantie (ohm)
n
n
Technische gegevens 189