Advertenties
140 Installatie-voorbeeld met volledige kabelpanelen (optie +H381)
4
Voedings- en uitgangskabelpanelen (optie +H381)
5
ABB beveelt een 360-graden aarding aan bij de kastingang.
6
Gebruik een afzonderlijke aardkabel als het geleidend vermogen van de kabelafscherming < 50%
van het geleidend vermogen van de fasegeleider bedraagt en de kabel geen symmetrische aardge-
leider bevat (zie sectie
7
Common-mode filter (optie)
8
d u /d t filter (optie)
9
Het frame van de omvormermodule moet worden verbonden met het kastframe. Zie
cabinet design and construction instruction (3AUA0000107668 [Engels])
omvormermodule los van de LCL-filtermodule ([Page]
Opmerking: Als de motor naast de geleidende afscherming een symmetrische aardegeleider bevat, sluit
de aardegeleider dan aan op de aardeklem aan het omvormeruiteinde en het motoruiteinde.
Gebruik geen motorkabel met asymmetrische constructie. Het aansluiten van de vierde geleider van de
motorkabel op het motoruiteinde verhoogt de lagerstromen en veroorzaakt daardoor extra lagerslijtage.
Aansluitprocedure van de voedingskabel
￭
WAARSCHUWING!
Volg de veiligheidsinstructies van de omvormer. Als u ze negeert, kan
dit leiden tot ernstig of dodelijk letsel of schade aan de apparatuur.
Zie
Eenheden met optionele kabelpanelen (+H381) ([Page] 195)
aanhaalmomenten van de voedingskabels.
1.
Leid de motorkabels van de motor naar de behuizing. Aard de kabelafschermingen
360° aan de invoerplaat.
2.
Draai de kabelafschermingen van de motorkabels in bundels bij elkaar en verbindt
ze, en eventuele afzonderlijke aardegeleiders of -kabels, met de aarderail van het
uitgangskabelpaneel.
3.
Sluit de fasegeleiders van de motorkabels aan op de klemmen T1/U2, T2/V2 en
T3/W2 van het paneel voor de uitgangsbekabeling.
4.
Zorg ervoor dat alle stroom wordt uitgeschakeld en dat heraansluiting niet mogelijk
is. Gebruik de juiste veilige ontkoppelingsprocedures volgens de lokale normen.
5.
Leid de ingangskabels naar de behuizing. Als de beschermingsgraad IP20 voor de
omvormermodule nodig is, legt u de ingangskabels door de rubberen doorvoer.
Voor instructies, zie
6.
Draai de kabelafschermingen van de ingangskabels in bundels bij elkaar en verbindt
ze, en eventuele afzonderlijke aardegeleiders of -kabels, met de aarderail van het
ingangskabelpaneel.
7.
Sluit de fasegeleiders van de ingangskabels aan op de klemmen L1/U1, L2/V1 en
L3/W1 van het ingangskabelpaneel.
8.
Remchopper optie: Sluit de kabels aan op de UDC+ en UDC-aansluitklemmen.
Aanbevolen
voedingskabels)
Installeren van de rubberen doorvoertule ([Page]
en hoofdstuk
65).
voor de
Drive modules
Koppel de
145).
Advertenties
