3
Montage
3.1
Inbouwcondities
De toegestane omgevingstemperatuur (zie par. "Technische gegevens") moet bij de inbouw en tij-
dens bedrijf worden aangehouden. Het instrument moet worden beschermd tegen warmte-inwer-
king.
"
Opgelet!
Bij gebruik van uitbreidingskaarten is ventilatie met een luchtstroom van minimaal 0,5 m/s nood-
zakelijk.
3.1.1
Inbouwmaten
Let op de inbouwlengte van het instrument van 135 mm (komt overeen met 8TE). Meer afmetingen
vindt u in de paragraaf "Technische gegevens".
3.1.2
Inbouwplaats
DIN-railmontage conform IEC 60715 in de schakelkast. De inbouwplaats moet vrij zijn van trillin-
gen.
3.1.3
Inbouwpositie
Geen beperkingen.
3.2
Inbouw
Klik de behuizing op de DIN-rail door het instrument eerst op de rail te hangen en deze daarna door
naar beneden te drukken te laten borgen (z. Fig. 2, pos. 1 en 2).
Fig. 2:
Montage instrument op DIN-rail
Montage
9