• Signaaldemping: invoer van de tijdconstante voor het geïntegreerde laagdoorlaatfilter, waarmee
niet gewenste, hoogfrequente storingen worden uitgefilterd.
• Data opslaan: meetwaarden worden opgeslagen en staan ter beschikking voor uitlezen via PC-
software
• Integratie: parametrering van de integratie, wanneer dit nodig is
• Alarmgedrag: hoe moet de analoge ingang op een stroomwaarde > 20,5 mA en < 21 mA reageren
(bereikoverschrijding) en hoe bij een stroomwaarde > 21 mA
Parametrering van de digitale ingang
• Klem = keuze van de klem, die voor de digitale ingang moet worden gebruikt
• Functie: welke taak wordt aan de digitale ingang toegekend - wat moet op het instrument via de
digitale ingang gebeuren? Bijv. synchronisatie van de tijd (meer details zie parametertabel)
• Actieve flank (optioneel: actief niveau): veroorzaakt de flank van low É high, of high É low de
functie in het instrument (optie high-Pegel of low-Pegel)
• Omschrijving High toest.: aan – weergegeven tekst in het meetwaardedisplay (displaygroep) wan-
neer de digitale ingang op High staat
• Omschrijving Low toest.: uit – weergegeven tekst in het meetwaardedisplay (displaygroep) wan-
neer de digitale ingang op High staat
• Event-Text –Low É High: tekst, die bij het optreden van een stijgende flank moet worden uitge-
stuurd.
• Event-Text – High É Low: tekst, die bij het optreden van een dalende flank moet worden uitge-
stuurd
• Data opslaan, alleen zichtbaar, wanneer onder Functie "Teller" of "Bedrijfstijd" werd ingesteld.
Parametrering impulsingang
• Keuze van het signaaltype van de klem, waarop de sensor wordt aangesloten.
• Klem: A10(+) kiezen en de transmitter op klem A10(-)/A83(+) aansluiten
• Eenheid: invoer vrije tekst, wordt voor de weergave van de meetwaarde gebruikt.
• Impulswaarde: hoeveel maal de gewaardeerde grootheid komt overeen met een impuls
• Tijdbasis: tijdrelatie van het signaal, bijv. bij flow: 1 impuls komt overeen met 10 l/sec
• Offset: constante waarde, waarmee bij iedere gemeten waarde rekening wordt gehouden
• Formaat: weergaveformaat in het meetwaardedisplay
• Data opslaan: meetwaarden worden opgeslagen en staan ter beschikking voor uitlezen via Read-
Win
• Integratie: parametrering van de integratie, wanneer dit nodig is
• Alarmgedrag: hoe moet de impulsingang reageren op een te hoge ingangsfrequentie.
Inbedrijfname
61