Inbedrijfname
Functie (menupositie)
Analoge uit. 1...8
Benaming
Klem
Signaalbron
Stroombereik
Startwaarde
Eindwaarde
Tijdconstante
Simulatie
Alarmgedrag
Storingsgedr.
Storingswaarde
Bereikoverschrijding
Alarmtype
Kleuromslag
Fouttekst
46
Setup É Uitgang
Analoge uitgangen
Let erop dat deze uitgangen zowel als analoge als ook als impulsuitgangen gebruikt kunnen worden.
Het gewenste signaaltype kan worden ingesteld. Afhankelijk van de uitvoering (uitbreidingskaarten)
staan 0 (bij optie ethernet) tot 8 uitgangen ter beschikking.
Parameterinstelling
Analoge uitg. 1 t/m 8
B/C/D/E-131,
B/C/D/E-133
Geen
Lijst van de als analoog sig-
naal uitstuurbare waarden
(ingangen, berekende
waarde)
Kiezen
4 ... 20 mA
0 ... 20 mA
-999999 ... 999999
0,0
-999999 ... 999999
100
0 ... 99 s
(0 s)
Uit
0
3,6
4
10
12
20
21
Laatste meetw.
Constant
-999999 ... 999999
(0,0)
Storing
Waarschuwing
Ja
nee
Niet weergeven
Weergeven+bevestigen
SMS
Weerg.+bev.+SMS
Beschrijving
Voor een beter overzicht kan aan de betreffende analoge uitgang een naam worden
gegeven (max. 12 tekens).
Bepaalt de klem, waarop het analoge signaal moet worden uitgestuurd.
Instelling welke berekende resp. gemeten grootheid op de analoge uitgang moet wor-
den uitgestuurd. Het aantal signaalbronnen is afhankelijk van het aantal geparame-
treerde toepassingen en ingangen.
Bepaling van de bedrijfsstand van de analoge uitgang.
Kleinste uitvoerwaarde van de analoge uitgang.
Grootste uitvoerwaarde van de analoge uitgang.
Tijdconstante van een diepdoorlaatfilter van de 1e orde voor het ingangssignaal. Dit
dient ter voorkoming van sterke variaties van het uitgangssignaal.
De functie van de stroomuitgang wordt gesimuleerd. De simulatie is actief, wanneer
de instelling niet gelijk is aan "uit". De simulatie stopt, zodra deze positie wordt verla-
ten.
Definieert het gedrag van de uitgangen in geval van storing, wanneer bijv. een sensor
van de meting uitvalt.
Vaste waarde, die in geval van storing via de analoge uitgang moet worden uitge-
stuurd.
!
Opmerking!
Alleen voor de instelling storingsgedrag È "Constant" instelbaar.
Afhankelijk van de instelling storing ('Storingsmelding, tellerstop, kleuromslag (rood)
en melding in tekst) of waarschuwing (hier kan de gebruiker het gedrag van het
instrument aanpassen) volgt een reactie van het instrument op buitengewoon gedrag
van deze uitgang
!
Opmerking!
Alleen zichtbaar, wanneer bij alarmtype "Waarschuwing" is gekozen.
!
Opmerking!
Alleen zichtbaar, wanneer bij alarmtype "Waarschuwing" is gekozen.