Aansluiting Uitgangen; Aansluiting Interface; Optioneel: Ethernet-Aansluiting; Optie Ethernet - Endress+Hauser RMM621 Bedieningsvoorschrift
Verberg thumbnails
Zie ook voor RMM621:
- Bedieningsvoorschrift (112 pagina's) ,
- Handleiding voor inbedrijfstelling (20 pagina's)
Inhoudsopgave
Advertenties
Bedrading
!
16
4.2.3
Aansluiting uitgangen
Het instrument beschikt over twee galvanisch gescheiden uitgangen (of Ethernet-aansluiting), die
kunnen worden geconfigureerd als analoge uitgang of actieve impulsuitgang. Verder staat een uit-
gang ter beschikking voor aansluiting van een relais en een meetversterkervoeding. Bij ingebouwde
uitbreidingskaarten wordt het aantal uitgangen overeenkomstig vermeerderd (zie 'aansluiting uit-
breidingskaarten').
Fig. 9:
Aansluiting uitgangen
Pos. 1: impuls- en stroomuitgangen (actief)
Pos. 2: passieve impulsuitgang (Open Collector)
Pos. 3: uitgang relais (maakcontact), bijv. slot A III (slot BIII, CIII, DIII op optionele uitbreidingskaart)
Pos. 4: uitgang meetversterkervoeding (MUS)
Aansluiting interface
• Aansluiting RS232: de RS232 wordt met de interfacekabel en de bus op het front van het huis
aangesloten.
• Aansluiting RS485
• Optioneel: extra RS485 interface
• Steekklemmen 103/104, de interface is slechts zolang actief, als de RS232-interface op het
front vrij is.
• Aansluiting PROFIBUS: optionele aansluiting Application Manager op PROFIBUS DP via de
seriele RS485-interface met externe module HMS AnyBus Communicator for Profibus (zie 'toe-
behoren').
• Optioneel: Ethernet-aansluiting
Fig. 10:
Aansluiting interface
4.2.4
Optie ethernet
Ethernet aansluiting
Als netwerkaansluiting staat een IEEE 802.3 compatibel aansluiting op een afgeschermde RJ45-con-
nector aan de onderzijde van het instrument ter beschikking. Hiermee kan het instrument met een
hub of switch met instrumenten in de kantooromgeving worden gekoppeld. Voor de veiligheidsaf-
standen moet de kantoorapparaatnorm EN 60950 worden aangehouden. De bezetting komt over-
een met een genormeerde MDI-interface (AT&T258), zodat hier een afgeschermde 1:1-kabel met
een lengte van maximaal 100 meter (328 ft) kan worden toegepast. De ethernet-interface is als 10
en 100-BASE-T uitgevoerd. Directe verbinding met een PC is via een cross-over kabel mogelijk.
Zowel halfduplex- als volduplex-dataoverdracht wordt ondersteund.
Opmerking!
Wanneer de RMM621 beschikt over de Ethernet-interface, dan zijn op het basisinstrument (slot E)
geen analoge uitgangen ter beschikking!
Advertenties
Inhoudsopgave
