5.2
Locale bediening
5.2.1
Invoer van tekst
Voor invoer van tekst in de bedieningsposities staan twee mogelijkheden ter beschikking (zie: Setup
→ basisinstellingen → tekstinvoer ):
a) Standaard: afzonderlijke tekens (letters, cijfers, enz.) in tekstveld worden gedefinieerd, door met
de op/neer-pijlen de gehele tekenserie door te lopen, tot het gewenste teken is bereikt.
b) Palmtoetsenbord: voor tekstinvoer wordt een visueel toetsenbord getoond. De tekens op dit toet-
senbord worden met pijltoetsen geselecteerd. (zie "Setup
Gebruik van het Palm-toetsenbord
Fig. 17:
Voorbeeld: wijzigen van een naam met palmtoetsenbord
1.
Met pijltoetsen de cursor op de gewenste plaats zetten, waar een teken moet worden inge-
voegd. Indien een teken moet worden gewist, de cursor rechts naast het te wissen teken zetten
en de toets "teken links van de cursor wissen" kiezen en met haakje bevestigen.
2.
Met ij/IJ en ½ toets het toetsenbord met grote/kleine letter of cijfers kiezen.
3.
Met pijltoetsen gewenste toets selecteren en met vink bevestigen. Indien u tekst wilt wissen,
toets geheel rechtsboven kiezen.
4.
Overige tekens op deze manier invoeren, tot de gehele gewenst tekst is ingevoerd.
5.
"OK" kiezen en met het haakje bevestigen om de invoer over te nemen. "Afbreken" kiezen en
met haakje bevestigen om de invoer af te wijzen.
Opmerking
• Bijzondere toetsfuncties:
Toets "in": overschakelen naar overschrijfmodus
Toets "←∀(rechtsboven): teken links van cursor wissen
5.2.2
Parametrering blokkeren
De gehele parametrering kan door een vierdecaden code worden beveiligd tegen onbevoegde toe-
gang. Deze code wordt in het submenu: Basisinstellingen É Code toegekend. Alle parameters
blijven wel zichtbaar. Wanneer de waarde van een parameter moet worden veranderd, volgt eerst
de vraag om de gebruikerscode.
basisinstellingen")
G09-RMM621ZZ-19-10-00-nl-045
Bediening
25