5.4.1
Communicatie via Ethernet (TCP/IP)
In principe kunnen alle instrumenten, die met een interne ethernet interface zijn uitgerust, in een
PC-netwerk (TCP/IP Ethernet) worden opgenomen.
De toegang tot de instrumenten kan vanaf iedere PC op het netwerk m.b.v. de meegeleverde PC-
software worden verkregen.
De invoer van de systeemparameters "IP-adres", "Subnetmasker" en "Gateway" volgt direct op het
instrument of via ReadWin
ters worden pas na het verlaten van het SETUP-menu en de overname van de instellingen geacti-
veerd. Pas dan werkt het instrument met de nieuwe instellingen.
!
Opmerking!
Er kunnen niet meerdere clients (PC) tegelijkertijd met een server (instrument) communiceren.
Wanneer een tweede client (PC) probeert een verbinding op te bouwen, dan volgt een foutmelding.
Inbedrijfname Ethernet
Voordat een verbinding via het PC-netwerk kan worden opgebouwd, moeten de systeemparame-
ters in het instrument "Setup - Communicatie - Ethernet" worden ingesteld.
!
Opmerking!
De systeemparameters krijgt u van uw netwerkbeheerder.
De volgende systeemparameters moeten worden ingesteld:
1.
IP adres
2.
Subnetmask
3.
Gateway
!
Opmerking!
Dit menu verschijnt alleen, wanneer het instrument is uitgevoerd met een interne ethernet inter-
face.
5.4.2
Communicatie in het netwerk via de meegeleverde PC software
Nadat het instrument is geparametreerd en op het PC-netwerk is aangesloten, kan een verbinding
met een PC in het netwerk worden opgebouwd.
Daarvoor zijn de volgende stappen nodig:
1.
Installeer de meegeleverde PC-software op de PC, via welke communicatie moet gaan plaats-
vinden.
2.
Nu moet een nieuw instrument in de database worden aangemaakt. Na invoer van de instru-
mentbeschrijving kiest u, hoe de instrumentinstellingen overgedragen moeten worden. In dit
geval kiest u Ethernet (TCP/IP).
3.
Voer nu het IP-adres in. Het poortadres is 8000.
!
Opmerking!
Het op het instrument ingestelde instrumentadres en de vrijgavecode moeten ook hier juist
worden ingesteld.
4.
Bevestig de invoer met "Verder" en start de overdracht met OK.
De verbinding wordt nu opgebouwd en het instrument wordt in de instrumentdatabase opge-
slagen.
®
2000 en seriele communicatie. Veranderingen van de systeemparame-
Bediening
29