Carternavulinstallatie
Zorg er voor dat het voertuig
op een vlakke en horizontale
ondergrond staat.
Vermijd huidcontact met olie.
Olie is schadelijk voor huid en
gezondheid.
Met behulp van de motorolie uit de carter-
navulinstallatie wordt automatisch motor-
olie bijgevuld als het peil in het motorcarter
te laag is.
Het motorolieniveau in het car-
ternavulreservoir wordt gecon-
troleerd met een sensor. Indien
het olieniveau in het reservoir te
laag is, verschijnt nevenstaand symbool op
het hoofddisplay, en dient het olieniveau in
het carternavulreservoir gecontroleerd te
worden.
•
Lees het olieniveau af d.m.v. de indica-
tie op het reservoir.
•
Het olieniveau dient altijd tot het maxi-
mum gevuld te zijn.
•
Vul indien nodig motorolie bij via de
vuldop (1).
Gebruik alleen motorolie die
voldoet aan de door VDL Bus &
ILAj0661
Coach voorgeschreven specifi-
caties, zie:
Vloeistof
specificaties (
Koelvloeistofniveau
Smeermiddelen /
Controleer het koelvloeistofpeil bij een
koude motor.
156).
Het koelvloeistofniveau moet zich tussen
het minimum niveau (Min) en het maxi-
mum niveau (Max.) bevinden. Vul zonodig
bij, zie "bijvullen".
Onderhoud
ILBj0004
Als er vaak koelvloeistof moet
worden bijgevuld of als er teke-
nen van koelvloeistoflekkage
zijn, dient u een VDL Bus &
Coach service dealer te raad-
plegen.
1
4
89