Inleiding
pel rijden en de rijstijl aanpassen aan de
1
betreffende situatie.
Denk aan het volgende:
•
Laat de motor zo snel mogelijk warm
draaien door zo snel mogelijk met
geringe belasting te gaan rijden.
•
Rijd soepel door onnodig snel accele-
reren en sterk afremmen te vermijden.
•
Schakel tijdig over en rijd in het gun-
stige (groene) toerengebied van de
motor.
De belangrijkste factor in het brandstofver-
bruik is de chauffeur zelf en zijn manier
van het gebruiken van het gaspedaal, het
rempedaal, en de versnellingshendel.
Startprocedure
Voor
beschrijving
Startprocedure (
56).
Wanneer
de
wordt als de versnelling niet in
de neutrale positie staat, dan
dient men deze eerst terug in
neutraal te plaatsen en dan de
gewenste versnelling te kiezen.
10
Remmen
Het voertuig is uitgerust met een EBS rem-
systeem
In het EBS (Electronic Braking System) zit
ook het ABS (Anti-Lock Braking Systeem)
remsysteem geïntegreerd. Dit verhindert
het blokkeren van de wielen tijdens het
remmen op een glad wegdek of bij een
noodstop.
De ABS installatie grijpt alleen in bij maxi-
male remming, op het moment dat een of
meerdere wielen blokkeren en het voertuig
dreigt te gaan slippen.
Op dat ogenblik laat het ABS systeem toe
zie:
dat de remdruk daalt tot het wiel begint te
draaien en de greep op het wegdek her-
steld wordt. Daarna gaat onmiddellijk de
motor
gestart
remdruk weer omhoog, totdat de maximale
remvertraging weer bereikt is of totdat het
betreffende wiel weer blokkeert en de
omschreven cyclus zich herhaalt. Daar-
door blijft het voertuig onder dergelijke
Als de motor draait, mag het
toerental niet worden opge-
voerd, voordat de oliedruk con-
trolelamp is gedoofd.
omstandigheden volledig bestuurbaar, en
wordt de koersstabiliteit behouden.
Pas uw rij- en remgedrag niet
aan op het ABS remsysteem.
Rem vooral niet later en daarna harder. Dit
gaat ten koste van de banden en u kunt er
medeweggebruikers door in moeilijkheden
brengen.
Uw remweg zal met ABS soms,
maar niet altijd korter zijn.
Tijdens inschakeling van het contact
brandt het ABS controle lampje tijdens de
controle cyclus van het systeem. Het
lampje dooft na enkele seconden.
Als het lampje niet dooft of het lampje licht
op tijdens het rijden is er een storing in het
ABS systeem.
Het gewone remvermogen blijft behouden
maar de mogelijkheid is nu aanwezig dat
de wielen blokkeren bij krachtig remmen.
U moet nu het ABS systeem laten testen
bij een VDL Bus & Coach service dealer.
Stoppen
Voor beschrijving zie:
Stoppen/ motor
afzetten/
instrumentenpaneel
uitschakelen (
57).