Waarschuwingsindicatoren
•
Bij draaiende motor bij een laag vol-
tage van de accu en/of als de oliedruk
te laag is en/of het niveau koelvloeistof
te laag is en/of de temperatuur van de
koelvloeistof te hoog is en/of de lucht-
2
druk in het pneumatisch systeem onder
de 6 bar komt. Optioneel ook als de
retarder uitgeschakeld is.
Als een rood waarschuwings-
lampje verschijnt, stop dan
onmiddellijk op een veilige
plaats en schakel de motor uit!
Lees eveneens de beschrij-
ving van de relevante symbo-
len die op het storingsscherm
van het hoofddisplay verschij-
nen. Laat de storing zo snel
mogelijk in een VDL Bus &
Coach werkplaats repareren.
5. Centrale gele, algemene waarschu-
wingslamp
De centrale gele algemene-
waarschuwingslamp licht op als
er een minder belangrijke sto-
ring optreedt in een systeem van het voer-
tuig. Het hoofddisplay toont automatisch
24
welk systeem de storing veroorzaakt heeft
(bijvoorbeeld, peil koelvloeistof laag).
U mag blijven rijden maar bij
de eerste gelegenheid dient
deze storing verholpen te wor-
den!
Lees
eveneens
beschrijving van het relevante
symbool dat op het waarschu-
wingsscherm van het hoofd-
display verschijnt.
6. Reserve
Deze positie is niet in gebruik en kan der-
halve gebruikt worden voor een optie of
accessoire.
7. Reseve
Deze positie is niet in gebruik en kan der-
halve gebruikt worden voor een optie of
accessoire.
8. Parkeerrem
Dit symbool wordt zichtbaar
zodra de parkeerrem ingescha-
keld is of de luchtdruk in het par-
keerrem circuit te laag is om de
parkeerrem te lossen. Het symbool gaat uit
na het lossen van de parkeerrem, mits er
voldoende druk is.
Om de parkeerrem te kunnen lossen moet
er voldoende druk zijn in kring 3. Het
opbouwen van de druk duurt even
De hoofdschakelaar kan niet
de
worden uitgezet voordat de
parkeerrem geactiveerd is. Het
parkeerremsymbool zal knip-
peren zodra de contactschake-
laar
wordt
parkeerrem nog NIET geacti-
veerd is. Wanneer de hoofd-
schakelaar wordt uitgezet zal
tevens een de rode lamp bran-
den en een zoemer klinken.
uitgezet
en
de