Rijden en bediening
Het voertuig kan ook zonder
stuurbekrachtiging
bestuurd, maar dit vereist dan
wel een grote krachtsinspan-
ning. Dit is slechts bedoeld om
2
direct na het uitvallen op een
veilige plaats te kunnen parke-
ren.
66
16. Snelheidsbegrenzer
Volgens de wet moeten alle voertuigen
worden
boven 12 ton G.V.W (Gross Vehicle Weight
- bruto gewicht van het voertuig) met een
snelheidsbegrenzer zijn uitgevoerd.
De snelheidsbegrenzer begrenst de maxi-
male snelheid van het voertuig op de weg
(op een vlakke weg) tot een afgestelde
snelheidslimiet. Bij een afdaling kan het
voorkomen dat de afgeregelde snelheid
wordt overschreden.
Voorzichtig!
De snelheidsbegrenzer is in een daartoe
bevoegd calibratiecentrum afgesteld.
Probeer de snelheidsbegrenzer niet te wij-
zigen, bij te stellen of uit te schakelen.
Voertuigen met een niet-werkende snel-
heidsbegrenzer mogen niet op de weg rij-
den, tenzij:
– Het voertuig een rit afmaakt waarbij de
snelheidsbegrenzer per ongeluk defect
is geraakt.
– Wanneer
het
bevoegd
gebracht om de snelheidsbegrenzer te
laten repareren.
voertuig
naar
een
calibratiecentrum
wordt
17. Versnellingsbak Voith, vol automaat
Er is een Voith D854.5E versnellingsbak
gemonteerd zijn. Deze versnellingsbak
staat hieronder beschreven. Deze versnel-
lingsbak is uitgerust met een geinte-
greerde
retarder,
zie
ook:
bediening (optioneel) (
64).
Bij draaiende motor en inge-
schakelde versnelling (keuze-
schakelaar in D of R) is het
NIET toegestaan het voertuig
te verlaten.
Voorkom het ongewenst rollen
van het voertuig door de bedie-
ning van de voetrem of de par-
keerrem.
Met draaiende motor en inge-
schakelde versnelling kan het
voertuig vanuit stilstand in
beweging worden gezet door
het gaspedaal in te trappen!
Na het uitschakelen van de
motor schakelt de versnel-
lingsbak automatisch naar de
neutraalstand (N).
Retarder