Beschrijving van de schakelaar
1. Hoofdschakelaar
Als de hoofdschakelaar wordt
ingeschakeld, dan wordt het
elektrisch systeem getest. Na 3
seconden zullen tijdelijk alle
waarschuwingsindicatoren
oplichten en de zoemer hoorbaar zijn.
Als de hoofdschakelaar uitgeschakeld
wordt, wordt het elektrisch systeem span-
ningsloos met uitzondering van de alarm-
lichten en de TSU.
De hoofdschakelaar kan alleen
worden uitgezet als:
- de parkeerrem is bediend
- de deuren "op druk" staan
- de contactschakelaar uitge-
schakeld is.
2. Contactschakelaar / motorstop
Met deze schakelaar kan het
contact ingeschakeld worden
nadat de hoofdschakelaar is
bediend. Als de motor draait en
de contactschakelaar wordt uit-
geschakeld, dan stopt de motor, mits het
voertuig geen snelheid meer heeft.
De motor kan alleen worden
uitgezet als de parkeerrem is
bediend
3. Motorstart
Met deze schakelaar kan de
motor
worden
gestart.
hoofdschakelaar en de contact-
schakelaar moeten zijn inge-
schakeld en de bedieningsknop
van de versnellingsbak dient in de stand N
te
staan,
zie
ook
Startprocedure (
56).
Na het starten van de motor
gaat automatisch de dagrijver-
lichting branden. Deze worden
uitgeschakeld als de lichtscha-
kelaar wordt bediend, zie ook:
Lichtschakelaar ( 40)
4. Reserve
Deze positie is niet in gebruik en kan der-
halve gebruikt worden om een optie of
accessoire aan te sturen.
Schakelaarpaneel links
5. Reserve
Deze positie is niet in gebruik en kan der-
halve gebruikt worden om een optie of
accessoire aan te sturen.
6. Luchtvering, knielen/ stijgen
Met deze veerretourschakelaar
kan men de voertuighoogte
(bodemvrijheid) in geval van bij-
zondere omstandigheden aan-
De
passen. De schakelaar activeert het
luchtveringsysteem.
a. Omlaag door onderzijde schakelaar
ingedrukt te houden tot laagste punt is
bereikt. Inschakelen alleen mogelijk bij
tekst:
stilstaande bus en geopende deur(en).
2
39