Reparaties onderweg
1
De wielmoeren moeten altijd in
koude toestand aangehaald en
nagetrokken worden. Vermijd
echter het aanhalen van de
5
wielbouten bij extreme kou.
•
Controleer de bandenspanning.
•
Vergeet de gevarendriehoek niet.
Trek de wielmoeren na 100 km
na.
Indien er nieuwe wielbouten
zijn aangebracht, naar 500 km
nogmaals
de
natrekken.
128
Een wiel dat los komt van het
voertuig, kan tot gevaarlijke
situaties leiden.
Dit kan leiden tot zware ver-
wondingen en schade aan het
voertuig.
Laat, wanneer U een wiel heeft
moeten vervangen, de wiel-
moeren bij een VDL Bus &
Coach service dealer met het
juiste moment aanhalen.
ILAd0025
wielmoeren
Band oppompen
•
Verwijder de dop van de testaansluiting
op de APU-unit (poort 23) of van
testaansluiting K2.
•
Sluit de bandenvulslang aan.
•
Pomp de banden op. De motor moet
hierbij draaien en de voorraaddruk
moet maximaal zijn.
•
Breng na het oppompen van de band
de beschermdop (B) weer aan op de
proefaansluiting
•
Controleer zo spoedig mogelijk, met
een manometer, de bandenspanning
van de band(en). Voor de juiste ban-
denspanning,
"Bandenspanning (
154)".
ILBi0002
zie: