Retarder inschakelen met de hand
Door de combischakelaar op de stuurko-
lom vanuit de ruststand (E) naar achteren
te bewegen, wordt de retarder ingescha-
keld.
De retarder beschikt over drie vaste stan-
den (A, B en C).
Als het remmend effect van de
retarder te klein is, rem dan
aanvullend met de voetrem.
Retarder handmatig uitschakelen
Door de schakelaar (1) terug naar voren in
de ruststand (E) te plaatsen, wordt de
retarder uitgeschakeld.
Symbolen op het hoofddisplay
Dit symbool wordt zichtbaar op
het hoofddisplay zodra de retar-
der in werking treedt; na geacti-
veerd
te
zijn
middels
voetbediening of de handbedie-
ning.
Bij temperaturen boven de 110
graden Celsius zal de retarder-
werking afnemen. Beheers dan
de voertuigsnelheid met de
remmen.
Dit symbool wordt in
combinatie met de
AMBER
gekleurde
waarschuwings-indi-
cator
zichtbaar
zodra de werking van de Retar-
der niet correct is. Doorrijden
mag, maar men moet bij de eer-
ste gelegenheid actie onderne-
men
om
de
verhelpen.
Rijden en bediening
Dit symbool wordt
zichtbaar
hoofddisplay als de
retarder
de
ningsfunctie is uit-
geschakeld.
15. Besturing
De stuurinrichting is hydraulisch bekrach-
tigd.
Bij temperaturen onder 0 ºC
wordt aanbevolen om na de
koude start de motor enkele
minuten te laten draaien voor-
dat er gestuurd wordt.
Draai het stuurwiel niet verder
als de wielen tegen een obsta-
kel staan of de volledige uit-
slag hebben. De temperatuur
van de stuurolie zal anders te
hoog oplopen.
storing
te
op
het
voetbedie-
2
65