Rijden en bediening
Versnellen/vertragen
Indien een andere snelheid gewenst is dan
de ingestelde snelheid zal de snelheid ver-
hoogd of verlaagd worden met 1 km/h
wanneer de schakelaar kort naar A (SET+)
2
of B (SET -) bewogen wordt.
De snelheid kan geleidelijk verhoogd of
verlaagd worden door de schakelaar in de
(SET+) or B (SET -) positie vast te houden.
De voertuigsnelheid kan ook opgevoerd
worden met de cruise control ingeschakeld
door op het gaspedaal te duwen. Als het
gaspedaal gelost wordt, zal de snelheid
van het voertuig terugkeren naar de laatst
ingestelde snelheid.
Reset functie
Door indrukken van de "RES" knop (C)
wordt het cruise control geactiveerd op de
laatst ingestelde cruise control snelheid.
Wanneer de huidige voertuigsnelheid lager
is dan deze snelheid zal het voertuig trach-
ten te versnellen tot deze laatst gebruikte
voertuigsnelheid is bereikt.
Cruise control uitschakelen
Door de draaischakelaar (E) kort naar de
OFF positie te bewegen wordt het cruise
control uitgeschakeld.
62
Het cruise control wordt tevens uitgescha-
keld als:
•
De voertuigsnelheid buiten de gepro-
grammeerde grenswaarden is.
•
Het EBS/ASR systeem ingrijpt.
•
De variabele snelheidsbegrenzer geac-
tiveerd is in de stand "LIM".
•
De bedrijfsrem wordt bediend.
•
De parkeerrem wordt bediend.
•
De retarder wordt bediend
•
De set/resume schakelaar van de com-
bischakelaar wordt bediend.
11. Variabele snelheidsbegrenzer
(optioneel)
Dankzij de variabele voertuigsnelheidsbe-
grenzer (ook gekend als foot-on cruise
control) kan de snelheid van het voertuig
beperkt worden tot een snelheid die door
de bestuurder wordt ingesteld terwijl het
gaspedaal nog operationeel is. De varia-
bele
voertuigsnelheidsbegrenzer
geactiveerd worden zodra de snelheid van
het voertuig hoger is dan 30 km/h.
Door de draaischakelaar (E) naar de stand
"LIM" te draaien wordt de op dat moment
aanwezige voertuigsnelheid in de elektro-
nische unit opgeslagen als de gewenste
voertuigsnelheidsbegrenzingswaarde.
Op het moment dat de voertuigsnelheid
wordt begrensd door de elektronische unit,
kan - indien gewenst - met behulp van de
combi-schakelaar de op dat moment in de
elektronische unit opgeslagen voertuig-
snelheidbegrenzingswaarde worden ver-
hoogd (A) of verlaagd (B).
Bij
ingeschakelde
voertuig-snelheidsbegrenzer is
de functie cruise-control uitge-
schakeld.
De variabele voertuigsnelheidsbegrenzer
wordt uitgeschakeld als draaischakelaar
kan
variabele