Inhoudsopgave
Advertenties
Hoofdstuk Veiligheid
Algemene instructies voor de bestuurder
Bevindt zich naast de linkerkant van de stoelpoot.
WAARSCHUWING
Deze machine mag uitsluitend worden bediend
door hiervoor opgeleid en bevoegd personeel.
Voor veilig gebruik dient de gebruiksaanwijzing
en onderhoudshandleiding bij deze truck te
worden
gelezen
en
instructies worden opgevolgd:
1. Alvorens de machine te starten. Controleer alle
besturingselementen
waarschuwingsmechanismen
werking.
2. Zie het machinetypeplaatje voor de maximaal
toelaatbare belasting. Niet overladen. Gebruik
machines, voorzien van bevestigingen, als ze
niet geladen zijn als gedeeltelijk geladen
machines.
3. Zet de hendel voor de rijrichtingskeuze of de
pook
in
de
neutrale
hoofdschakelaar inschakelt.
4. Start, keer en rem gelijkmatig. Minder snelheid
voor bochten en gladde of oneffen oppervlakken.
Extreem ruwe oppervlakken dienen te worden
hersteld. Rijd niet over losse objecten of gaten in
het wegdek. Wees uiterst voorzichtig bij het
keren op hellingen.
5. Breng de last bij het rijden zo laag mogelijk en
zo ver mogelijk naar achteren. Houd de last naar
achteren als deze de zichtbaarheid belemmert.
6. Rijd op hellingen met de belasting naar de
helling toe.
7. Kijk
uit
voor
voetgangers
Controleer de vrije bovenruimte.
8. Laat
onder
geen
meerijden op de machine of de hefvork.
9. Laat geen personen staan of lopen onder het
opgeheven deel van een machine.
moeten
de
volgende
op
hun
juiste
stand
voor
u
en
obstakels.
voorwaarde
personen
10. Zorg ervoor dat het werkoppervlak de machine
veilig kan dragen.
11. Bedien de machine en hulpstukken uitsluitend
vanaf de stuurpositie.
12. Verwerk geen wankele of losgestapelde lading.
13. Gebruik een minimale neighoek bij het opheffen
of neerzetten van lading.
14. Wees extra voorzichtig bij het hanteren van lange,
hoge of brede ladingen zodat de heftruck stabiel
blijft en lang meegaat.
15. Breng de vork volledig onder de lading en zo ver
mogelijk gespreid als de lading toelaat.
16. De machine moet zijn voorzien van een
beschermdak
Gebruik zo nodig een lastrek achter de lading.
Werk
uiterst
voorzieningen ontbreken.
17. Parkeren:
vloerhoogte zakken. Breng de hendel voor
rijrichtingskeuze of de pook in neutrale stand.
Trek de (secundaire) parkeerrem aan. Schakel
de hoofdschakelaar uit. Blokkeer de wielen als
de machine op een helling staat. Neem de accu
en
los voor u elektrische machines opslaat.
18. Neem de veiligheidsregels in acht bij het werken
met brandstof voor machinaal aangedreven
machines of het verwisselen van accu's van
elektrisch aangedreven machines.
19. Vermijd overmatig gebruik van de kruippedaal.
Dit kan oververhitting van de automatische
transmissieolie of het slippen van de koppeling
veroorzaken.
de
voetsteun of gedurende lange tijdsperioden.
20. Als de gebruiker continu duwwerk verricht of
zowel rem- als gaspedaal tegelijkertijd indrukt,
kan dit oververhitting van de automatische
transmissieolie of het slippen van de koppeling
veroorzaken.
-6-
of
soortgelijke
bescherming.
voorzichtig
indien
Laat
het
hefmechanisme
Gebruik
de
pedaal
deze
tot
niet
als
Advertenties
Hoofdstukken
Inhoudsopgave
