Stuurmechanisme - Controle,
smeren
Voorbeeldsituatie
1.
Smeer de fuseepennen van de stuuras, in totaal
vier stuks: twee links en twee rechts.
2.
Smeer de lagers van de stuurkoppeling, in
totaal vier stuks: twee links en twee rechts.
3.
Controleer het stuurmechanisme op versleten
of losse onderdelen. Verwijder eventueel vuil en
afval.
Steun stuuras: controleren,
doorsmeren
1. Vul smeermiddel bij via de smeernippel aan het
uiteinde van de buis aan de steun van de stuuras.
Smeer de punt als u ongewone geluiden hoort.
Luchtinlaatsysteem - Controle,
reinigen
Voorfilter of regenkap
Onderhoud aan het luchtvoorfilter mag alleen
worden uitgevoerd als de motor is uitgeschakeld.
voorbeeld
1. Controleer het voorfilterhuis op aangekoekt vuil.
Als het vuil tot aan de markering komt moet het
filterhuis worden geleegd en gereinigd.
filterhuis en -kap regelmatig schoon met water
-231-
Hoofdstuk Onderhoud
ATTENTIE
Maak
.