Inhoudsopgave
Advertenties
Hoofdstuk Gebruik
RUW, INSTABIEL OF DRAAIT STATIONAIR OP VERKEERDE MOMENTEN, MOTOR SLAAT AF
Controles
DEFINITIE:De motor loopt onregelmatig stationair. Als het ernstig genoeg is, kan de motor schudden.
Voorafgaande controles
Sensorcontroles
Controles Brandstofsysteem
Ontstekingsysteemcontroles
Extra controles
Geen.
Controleer de prestatie van de verwarmde gaszuurstofsensors van de
uitlaat/Heated Exhaust Gas Oxygen Sensors (HEGO):
•
Controleer op siliconenverontreiniging door brandstof of onjuist
gebruikte kit. Indien verontreinigd,
poederachtige
laag
signaalspanning (rijke uitlaatindicatie) tot gevolg heeft. De ECM zal de
aan de motor geleverde hoeveelheid brandstof verminderen, waarmee
een ernstige rijprobleem wordt veroorzaakt.
Controleer reactie en nauwkeurigheid van de sensor van de druk van de
absolute spanning van het spruitstuk/Temperature Manifold Absolute
Pressure (TMAP).
•
Controleer op een rijk of arm symptoom dat de toestand veroorzaakt.
•
Rijd het voertuig op de snelheid van de klacht.
•
Bewaking van de zuurstofsensoren helpt om het probleem te
identificeren.
•
Controleer of een klep van de mixer blijft steken.
•
Controleer of de EPR naar behoren werkt.
•
Voer een cilindercompressietest uit. Raadpleeg Motormechaniek in de
Service Handleiding.
•
Controleer de druk van de EPR-brandstof. Raadpleeg de LPG-
brandstofsysteemdiagnose.
•
Controleer
of
geïnstalleerd en niet lekt.
•
Controleer of de uitgangsspanning naar behoren ontsteekt met behulp
van de vonktester J 26792 of het equivalent daarvan.
•
Controleer of de bougies van het juiste type zijn en naar behoren zijn
ingesteld.
Verwijder de bougies en controleer of er sprake is van:
•
Natte bougies.
•
Scheuren.
•
Slijtage.
•
Niet naar behoren ingesteld.
•
Verbrande elektroden.
•
Geblakerde isolatoren.
•
Zware afzettingen.
Controleer de bougiedraden door een ohmmeter aan de uiteinden van elke
draad in kwestie aan te sluiten. Als de meterstanden meer dan 30.000 ohm
zijn, vervang dan de draden.
Belangrijk: Het LPG-systeem is gevoeliger voor
inlaatspruitstuk dan het benzinebrandstoftoevoersysteem.
•
Controleer op onderdruklekkage. Onderdruklekken kunnen leiden tot
een hoger dan normaal stationair draaien en kan de gasklephoek niet
goed bediend worden.
•
Controleer of de ECM-gronden schoon, gelijkmatig zijn en zich op de
juiste locatie bevinden. Controleer de accukabels en grondlijnen. Ze
moeten schoon en veilig zijn. Onregelmatige spanning kan veroorzaken
dat alle uitlezingen van de sensor verkeerd zijn, wat resulteert in een
slechte stationaire kwaliteit.
-142-
Actie
hebben
in
dat
de
mixerassemblage
kan de
sensor
een witte
een
hoge,
maar
en
aansluiting
correct
lekkage van het
valse
is
Advertenties
Hoofdstukken
Inhoudsopgave
