Inhoudsopgave
Advertenties
Hoofdstuk Gebruik
Werking Storingsindicatorlamp/Malfunction Indicator Lamp (MIL)
Hoe werkt mijn MIL?
Het emissiebesturingssysteem maakt gebruik van een MIL om de bestuurder of de technicus over een
mogelijk probleem met de motor of emissies besturingssysteem te waarschuwen. Het systeem zal de MIL
verlicht houden voor de gehele sleutelcyclus waarin de foutcode werd ingesteld. Hiermee wordt de MIL
onder de volgende twee omstandigheden verlicht gehouden voor drie extra motor uitvoeringscycli: (1) Door
de fout wordt de motor afgesloten of (2) de fout is gerelateerd aan de
sensoren van de
uitlaatgassenzuurstof/exhaust gas oxygen (EGO). Deze functie wordt MIL-persistentie genoemd.
Hoe werkt MIL-persistentie?
In het geval dat de DTC is gerelateerd aan ofwel fouten die een uitschakeling van de motor tot gevolg heeft of
fout van een zuurstofsensor, geldt het volgende:
Indien het voertuig niet wordt onderhouden door een
technicus en de toestand waardoor de MIL-verlichting (DTC) niet meer bestaat, zal de MIL verlicht blijven voor
de 3 extra startcycli. De verlichting van de MIL gaat uit tijdens de 4de start cyclus als de toestand er niet
meer is.
In het geval dat de DTC niet gerelateerd is aan dat de motor afslaat of een zuurstofsensorfout en de toestand
waardoor de MIL-verlichting (DTC) niet meer bestaat, gaat de verlichting van de MIL uit de volgende keer dat
de cyclus wordt uitgevoerd.
Als de toestand wordt onderhouden door een technicus en de DTC is uitgeschakeld met behulp van een
diagnostisch servicehulpmiddel (DST), zal de verlichting van de MIL onmiddellijk uitgaan.
Diagnostische foutcodes (DTC) worden permanent bewaard in het historische DTC-hoofdstuk, totdat deze
met een DST worden verwijderd of aan de automatische verwijderingseisen wordt voldaan.
De
automatische verwijderingfunctie zal historische fouten verwijderen nadat 40 cycli zijn uitgevoerd.
Wat zijn de vereisten voor een uitvoeringscyclus?
Een uitvoeringscyclus is wanneer het motortoerental 1,5 seconden of langer boven de "uitvoeringssnelheid"
ingestelde punt uitkomt. De "uitvoeringssnelheid" is het omslagpunt wanneer de ECM zich realiseert dat de
motor van de zwengelparameters naar uitvoeringsparameters van de motor gaat. De uitvoeringssnelheid
wordt doorgaans ingesteld op 450 rpm.
-146-
Advertenties
Hoofdstukken
Inhoudsopgave
