ONDERBROKEN
Controles
DEFINITIE: Het probleem kan al of niet de (MIL) aanzetten of een diagnostische storingscode/Diagnostic
Trouble Code (DTC) opslaan.
Voorafgaande
controles
Defecte
elektrische
aansluitingen of
bedrading
Operationele test
Intermitterende
MIL-verlichting
Verlies van DTC-
geheugen
Gebruik de DTC-tabellen niet. Als een storing met tussenpozen optreedt, kan het
gebruik van de DTC-tabellen in deze toestand leiden tot de vervanging van goed
werkende onderdelen.
Defecte elektrische aansluitingen of bedrading kunnen de meest intermitterende
problemen veroorzaken.
Controleer of of er sprake is van de volgende omstandigheden in het vermoede
circuit :
•
Defecte
zekering
aansluitingen niet met goed op de connector verbonden(back-out). Aansluitingen
niet goed gevormd of beschadigd.
•
Draadaansluitingen slecht verbonden.
•
Aansluitingspanning is onvoldoende.
•
Verwijder voorzichtig alle aansluitpunten in het probleemcircuit om voor de juiste
contactspanning te zorgen.
•
Indien nodig, vervang alle aansluitpunten in het problematische circuit om voor de
juiste contactspanning zorgen (met uitzondering van die welke vermeld als "werkt
niet"). Zie hoofdstuk Bedradingsschema's.
•
Controleer op slechte aansluitingen met draadverbindingen waardoor de
aansluiting van het connectorlichaam moet worden verwijderd.
Als een visuele en fysieke controle niet de oorzaak van het probleem kan vinden,
bedien dan het voertuig met de aangesloten DST. Als het probleem zich voordoet,
geeft een abnormale spanning of scan een problematisch circuit aan.
De volgende onderdelen kunnen intermitterende MIL en geen DTC('s) veroorzaken:
•
Een defect relais.
•
Schakelaar welke elektrische interferentie kan veroorzaken. Normaal gesproken
zal het probleem zich voordoen wanneer het defecte onderdeel in bedrijf is.
•
De onjuiste installatie van extra elektrische apparaten, zoals lichten, portofoons,
elektrische motoren, enz.
•
Aardekortsluiting van de secundaire spanning van de ontsteking.
•
Het
MIL-circuit
aardekortsluiting.
•
De MIL-draad naar de grond.
Om op verlies van het DTC-geheugen te controleren:
1. Ontkoppel de TMAP-sensor.
2. Laat de motor stationair lopen totdat de MIL wordt verlicht.
3. De ECM moet een TMAP DTC opslaan die in het geheugen moet blijven wanneer
het contact wordt uitgeschakeld. Als de TMAP DTC niet opgeslagen blijft, is de
ECM defect.
Actie
of
stroomonderbreker,
of
de
diagnostische
-133-
Hoofdstuk Gebruik
slecht
passende
connectoren,
testaansluitingen
intermitterend