FOUTTRACERING
Fout-
Fout-ID
Foutnaam
code
11
100
Uitgangsfasebewa-
king
12
110
Bewaking remchop-
per (hardwarefout)
111
Verzadigingsalarm
remchopper
13
120
Ondertemperatuur
frequentieregelaar
(fout)
14
130
Overtemperatuur fre-
quentieregelaar (fout,
koellichaam)
131
Overtemperatuur fre-
quentieregelaar
(alarm, koellichaam)
132
Overtemperatuur fre-
quentieregelaar (fout,
kaart)
133
Overtemperatuur fre-
quentieregelaar
(alarm, kaart)
15
140
Motor geblokkeerd
16
150
Motor overtempera-
tuur
17
160
Onderbelasting motor De motor wordt te weinig
LOCAL CONTACTS: HTTP://DRIVES.DANFOSS.COM/DANFOSS-DRIVES/LOCAL-CONTACTS/
Mogelijke oorzaak
Uit de stroommeting blijkt
dat een van de motorfasen
geen stroom trekt.
Storing in de motor of
•
de motorkabels
Storing in een filter
•
(du/dt, sinus).
Er is geen remweerstand.
De remweerstand is defect.
De remchopper is defect.
Te lage temperatuur in het
koellichaam van de voe-
dingseenheid of in de voe-
dingskaart.
Te hoge temperatuur in het
koellichaam van de voe-
dingseenheid of in de voe-
dingskaart. De tempera-
tuurlimieten van het koelli-
chaam zijn verschillend in
alle frames.
De motor is stil gaan staan.
De motor wordt te zwaar
belast.
belast.
VACON · 349
Oplossing
Controleer de motorkabel en de
motor.
Controleer het du/dt- of sinusfilter.
Controleer de remweerstand en de
bekabeling.
Als deze in goede staat zijn, zit de
fout in de weerstand of de rem-
chopper. Vraag instructies aan de
dichtstbijzijnde distributeur.
De omgevingstemperatuur is te
laag voor de frequentieregelaar.
Verplaats de frequentieregelaar
naar een warmere omgeving.
Controleer of er voldoende koel-
lucht is en of die voldoende door-
stroomt.
Controleer het koellichaam op stof.
Controleer de omgevingstempera-
tuur.
Zorg dat de schakelfrequentie niet
te hoog is. Houd daarbij rekening
met de omgevingstemperatuur en
motorbelasting.
Controleer de koelventilator.
Controleer de motor en de belas-
ting.
Verminder de motorbelasting. Als
de motor niet overbelast is, contro-
leert u de parameters van de ther-
mische beveiliging van de motor
(parametergroep 3.9 Beveiligin-
gen).
Controleer de belasting.
Controleer de parameters.
Controleer de du/dt- en sinusfil-
ters.
11