SNELSTARTGIDS
Als u Motortype instelt op Inductiemotor, wordt de volgende stap weergegeven. Als u PM-
motor selecteert, wordt de waarde van parameter P3.1.1.5 Motor Cos Phi ingesteld op 1,00
en gaat de wizard direct door naar stap 14.
Stel een waarde in voor P3.3.1.1 Minimumfrequen-
14
tiereferentie.
Stel een waarde in voor P3.3.1.2 Maximumfrequen-
15
tiereferentie.
16
Stel een waarde in voor P3.4.1.2 Acceleratietijd 1.
17
Stel een waarde in voor P3.4.1.3 Deceleratietijd 1.
Applicatiewizard uitvoeren?
18
Als u door wilt gaan met de applicatiewizard, selecteert u Ja en drukt u vervolgens op OK. Zie
de beschrijving van de verschillende applicatiewizards in hoofdstuk 2 Wizards
Wanneer deze parameters zijn ingesteld, is de opstartwizard voltooid. Als u de opstartwizard
opnieuw wilt uitvoeren, kan dat op twee manieren. Ga naar de parameter P6.5.1
Fabrieksinstellingen herstellen of de parameter B1.1.2 Opstartwizard. Selecteer vervolgens
Activeren.
1.4
BESCHRIJVING VAN DE APPLICATIES
Met de parameter P1.2 (Applicatie) kunt u de applicatie voor de frequentieregelaar
selecteren. Zodra u de parameter P1.2 wijzigt, worden er standaardwaarden ingesteld voor
een specifieke groep parameters.
1.4.1
APPLICATIE STANDAARD
De applicatie Standaard kunt u gebruiken voor processen op basis van toerentalregeling
waarbij geen speciale functies nodig zijn, zoals pompen, ventilatoren of transportbanden.
U kunt de frequentieregelaar bedienen vanaf het bedieningspaneel of via de veldbus of I/O-
klemmen.
Wanneer u de frequentieregelaar bestuurt via de I/O-klemmen, wordt het
frequentiereferentiesignaal verbonden met AI1 (0...10 V) of AI2 (4...20 mA). De verbinding is
afhankelijk van het type signaal. Er zijn ook drie vaste frequentiereferenties beschikbaar. U
kunt de vaste frequentiereferenties activeren met DI4 en DI5. De start/stop-signalen van de
frequentieregelaar zijn gekoppeld aan DI1 (start vooruit) en DI2 (start achteruit).
Alle uitgangen van de frequentieregelaar kunnen in alle applicaties vrij worden
geconfigureerd. Op de basis-I/O-kaart zijn één analoge uitgang (uitgangsfrequentie) en drie
relaisuitgangen (run, fout, gereed) beschikbaar.
LOCAL CONTACTS: HTTP://DRIVES.DANFOSS.COM/DANFOSS-DRIVES/LOCAL-CONTACTS/
Bereik: 0,00...P3.3.1.2 Hz
Bereik: P3.3.1.1...320,00 Hz
Bereik: 0,1...300,0 s
Bereik: 0,1...300,0 s
Ja
Nee
VACON · 15
1