VACON · 324
Nummer
optie
0
1
Als u de intervallen voor de autowisselfunctie wilt aanpassen, gebruikt u P3.15.5 Autowissel
interval. U kunt het maximumaantal motoren dat actief is, instellen met de parameter
Autowissel: motorlimiet (P3.15.7). U kunt ook een maximumfrequentie voor de regulerende
motor instellen (Autowissel: frequentielimiet P3.15.6).
De autowissel vindt alleen plaats wanneer het systeem actief is binnen de grenswaarden die
zijn ingesteld met parameters P3.15.6 en P3.15.7. Als het systeem niet binnen deze
grenswaarden werkt, wacht het systeem totdat de grenswaarden bereikt zijn voordat de
autowissel wordt uitgevoerd. Op deze manier wordt in pompstations met een grote capaciteit
een plotselinge drukval tijdens de autowissel voorkomen.
VOORBEELD
Na een autowissel wordt de eerste motor achteraan de volgorde gezet. De andere motoren
schuiven één plaats op.
De startvolgorde van de motoren: 1, 2, 3, 4, 5
--> Autowissel -->
De startvolgorde van de motoren: 2, 3, 4, 5, 1
--> Autowissel -->
De startvolgorde van de motoren: 3, 4, 5, 1, 2
P3.15.5 AUTOWISSEL INTERVAL (ID 1029)
Met deze parameter kunt u de autowisselintervallen aanpassen.
Deze parameter bepaalt hoe vaak de startvolgorde van de motoren/pompen moet worden
gewisseld. De autowissel wordt uitgevoerd als het aantal actieve motoren lager is dan de
autowisselmotorlimiet en de frequentie lager is dan de autowisselfrequentielimiet.
Wanneer het autowisselinterval is verstreken, wordt de autowissel uitgevoerd als de
capaciteit lager is dan ingesteld in parameters P3.15.6 en P3.15.7.
P3.15.6 AUTOWISSEL: FREQUENTIELIMIET (ID 1031)
Met deze parameter kunt u de autowisselfrequentielimiet instellen.
De autowissel wordt uitgevoerd wanneer het autowisselinterval is verstreken als het aantal
actieve motoren kleiner is dan de autowisselmotorlimiet en de stuurfrequentie van de
actieve frequentieregelaar lager is dan de autowisselfrequentielimiet.
10
Naam optie
Bij normale werking is de volgorde van de motoren altijd 1, 2,
3, 4, 5. Tijdens de werking kan de volgorde veranderen wan-
Disabled
neer u vergrendelingen toevoegt of verwijdert. Wanneer de
frequentieregelaar stopt, wordt de volgorde altijd teruggezet.
Het systeem wijzigt de volgorde met vaste intervallen om
Ingeschakeld
ervoor te zorgen dat de motoren gelijkmatig slijten. U kunt
de intervallen voor de autowisselfunctie zelf aanpassen.
LOCAL CONTACTS: HTTP://DRIVES.DANFOSS.COM/DANFOSS-DRIVES/LOCAL-CONTACTS/
PARAMETERBESCHRIJVINGEN
Beschrijving