Danfoss Vacon 100 Handleiding pagina 208
Applicatie
Verberg thumbnails
Zie ook voor Vacon 100:
- Bedieningshandleiding (152 pagina's) ,
- Installatiehandleiding (162 pagina's) ,
- Gebruikersgids (33 pagina's)
Advertenties
VACON · 208
de voedingsspanning varieert met bijvoorbeeld -15% tot +10%, en
•
het proces dat u bestuurt niet geschikt is voor de correcties die de onder- en
•
overspanningsregelaar toepassen op de uitgangsfrequentie van de frequentieregelaar.
De overspanningsregelaar verhoogt de uitgangsfrequentie van de frequentieregelaar
om de DC-spanning binnen de toegestane grenzen te houden, en
•
om te zorgen dat de frequentieregelaar niet uitschakelt vanwege een overspanningsfout.
•
AANWIJZING!
Wanneer de over- en onderspanningsregelaars zijn uitgeschakeld, kan het
voorkomen dat de frequentieregelaar uitschakelt.
P3.1.2.11 ONDERSPANNINGSREGELAAR (ID 608)
Met deze parameter kunt u de onderspanningsregelaar buiten bedrijf instellen.
Deze functie is noodzakelijk wanneer
de voedingsspanning varieert met bijvoorbeeld -15% tot +10%, en
•
het proces dat u bestuurt niet geschikt is voor de correcties die de onder- en
•
overspanningsregelaar toepassen op de uitgangsfrequentie van de frequentieregelaar.
De onderspanningsregelaar verlaagt de uitgangsfrequentie van de frequentieregelaar
en gebruikt energie van de motor om de DC-spanning op het minimumniveau te houden
•
wanneer de spanning de ondergrens nadert, en
om te zorgen dat de frequentieregelaar niet uitschakelt vanwege een
•
onderspanningsfout.
AANWIJZING!
Wanneer de over- en onderspanningsregelaars zijn uitgeschakeld, kan het
voorkomen dat de frequentieregelaar uitschakelt.
P3.1.2.12 ENERGIE-OPTIMALISATIE (ID 666)
Met deze parameter kunt u de functie Energie-optimalisatie inschakelen.
Om energie te besparen en het motorgeluid te verminderen, zoekt de frequentieregelaar
naar de minimale motorstroom. Deze functie kunt u bijvoorbeeld gebruiken bij ventilator- of
pompregeling. Gebruik deze functie niet met snelle PID-gestuurde processen.
P3.1.2.13 AANPASSING STATORSPANNING (659)
Met deze parameter kunt u de statorspanning in motoren met permanente magneten
aanpassen.
AANWIJZING!
Tijdens de identificatierun wordt automatisch een waarde ingesteld voor deze
parameter. We raden aan om een identificatierun uit te voeren als dat mogelijk is.
U kunt de identificatierun uitvoeren met parameter P3.1.2.4.
10
LOCAL CONTACTS: HTTP://DRIVES.DANFOSS.COM/DANFOSS-DRIVES/LOCAL-CONTACTS/
PARAMETERBESCHRIJVINGEN
Advertenties
