VACON · 218
Nummer
optie
0
1
P3.2.5 STOPFUNCTIE (ID 506)
Met deze parameter kunt u het type stopfunctie selecteren.
Nummer
optie
0
1
AANWIJZING!
Stoppen door ramping is niet in alle situaties mogelijk. Wanneer stoppen door
ramping is geselecteerd en de nettospanning met meer dan 20% varieert, kan de
spanning niet correct worden geschat. In dat geval is stoppen door ramping niet
mogelijk.
P3.2.6 START/STOP-LOGICA I/O A (ID 300)
Met deze parameter kunt u de digitale signalen voor start/stop-opdrachten van de
frequentieregelaar instellen.
De opties met het woord 'flank' helpen voorkomen dat de frequentieregelaar onbedoeld
wordt gestart.
Een onbedoelde start is bijvoorbeeld mogelijk onder de volgende omstandigheden.
Wanneer u de voeding aansluit.
•
Wanneer de stroom weer wordt ingeschakeld na stroomuitval.
•
Nadat u een fout hebt reset.
•
Nadat de frequentieregelaar wordt gestopt met de parameter Vrijgave.
•
Wanneer u de bedieningsplaats overzet naar I/O-besturing.
•
Voordat u de motor kunt starten, moet u het start/stop-contact openen.
In alle voorbeelden op de volgende pagina's is de stopmodus ingesteld op vrije uitloop. CS =
Stuursignaal.
10
Naam optie
De frequentieregelaar versnelt van de nulfrequentie naar de
Accelartiecurve
frequentiereferentie.
De frequentieregelaar detecteert het werkelijke toerental
Vliegende start
van de motor en versnelt van dat toerental naar de frequen-
tiereferentie.
Naam optie
De motor stopt door zijn eigen massatraagheid. Wanneer de
Vrij uitlopen
stopopdracht wordt opgegeven, stopt de besturing en gaat de
stroom van de frequentieregelaar naar 0.
Na de stopopdracht wordt de snelheid van de motor verlaagd
Ramp
tot nul volgens de deceleratieparameters.
LOCAL CONTACTS: HTTP://DRIVES.DANFOSS.COM/DANFOSS-DRIVES/LOCAL-CONTACTS/
PARAMETERBESCHRIJVINGEN
Beschrijving
Beschrijving