PARAMETERBESCHRIJVINGEN
P
Pos. freq.ref.limiet
R
Frequentiereferentie
Uitvoer rampgenerator
R
-Frequentiereferentie
P
Neg. freq.ref.limiet
Afb. 36: Frequentielimiet koppelregeling, optie 1
10.4.3
KOPPELREGELING OPEN LOOP
P3.3.2.8.1 KOPPELREGELING OPEN LOOP MINIMUMFREQUENTIE (ID 636)
Met deze parameter kunt u de uitgangsfrequentielimiet instellen waaronder de
frequentieregelaar in de frequentiebesturingsmodus werkt.
P3.3.2.8.2 KOPPELREGELING OPEN LOOP P-VERSTERKING (ID 639)
Met deze parameter kunt u de P-versterking van de koppelregeling in open-
loopbesturingsmodus instellen.
Een P-versterking van 1,0 leidt tot een verandering van 1 Hz in de uitgangsfrequentie
wanneer de koppelafwijking 1% van het nominale motorkoppel is.
P3.3.2.8.3 KOPPELREGELING OPEN LOOP I-VERSTERKING (ID 640)
Met deze parameter kunt u de I-versterking van de koppelregelaar in de open-
loopbesturingsmodus instellen.
Een I-versterking van 1,0 zorgt ervoor dat de integratie in 1 seconde 1,0 Hz bereikt wanneer
de koppelafwijking 1% van het nominale motorkoppel is.
10.4.4
VASTE FREQUENTIES
U kunt de functie vaste frequenties gebruiken in processen waarbij meer dan één vaste
frequentiereferentie noodzakelijk is. U kunt acht vaste frequentiereferenties instellen. Deze
vaste frequentiereferenties kunt u selecteren met de digitale ingangssignalen P3.3.3.10,
P3.3.3.11 en P3.3.3.12.
P3.3.3.1 VASTE-FREQUENTIEMODUS (ID 182)
Met deze parameter kunt u de logica van de digitale ingangen voor vaste frequenties
instellen.
Met deze parameter kunt u de logica selecteren die bepaalt wanneer een van de vaste
frequenties wordt gebruikt. U kunt twee verschillende methoden selecteren.
Het aantal actieve digitale ingangen voor vaste toerentallen bepaalt de vaste frequentie.
LOCAL CONTACTS: HTTP://DRIVES.DANFOSS.COM/DANFOSS-DRIVES/LOCAL-CONTACTS/
Uitgangsfrequentie [Hz]
Snelheidsregelaar actief
Frequentieregelaar in koppelregeling
Frequentieregelaar in koppelregeling
Snelheidsregelaar actief
VACON · 231
Tijd
10