VACON · 326
A
B
C
M2
M3
Afb. 86: De functie Overdrukbewaking
A. Druk
B. Bewakingsalarmniveau (ID1699)
C. PID-referentie (ID167)
P3.15.16.2 BEWAKINGSALARMNIVEAU (ID 1699)
Met deze parameter kunt u de overdruklimiet van de overdrukbewaking instellen.
Als de PID-terugkoppelwaarde hoger wordt dan de ingestelde grenswaarde voor
overdrukbewaking, worden alle hulpmotoren direct gestopt. Alleen de regulerende motor
blijft actief.
10.17
ONDERHOUDSTELLERS
Onderhoudstellers geven aan wanneer onderhoud moet worden uitgevoerd. Bijvoorbeeld
wanneer het nodig is om een aandrijfriem of de olie in een transmissie te vervangen. Er zijn
twee verschillende modi voor onderhoudstellers: uren of omwentelingen*1000. De waarde
van de tellers neemt alleen toe wanneer de frequentieregelaar zich in de runtoestand
bevindt.
WAARSCHUWING!
Voer geen onderhoud uit als u daartoe niet bevoegd bent. Onderhoud mag
uitsluitend worden uitgevoerd door een bevoegd elektrotechnicus. Er bestaat een
risico op letsel.
AANWIJZING!
In de modus voor omwentelingen wordt het motortoerental gebruikt. Dit is slechts
een schatting. De frequentieregelaar meet het toerental elke seconde.
Wanneer de waarde van een teller de grenswaarde overstijgt, wordt er een alarm of fout
gegenereerd. U kunt de alarm- en foutsignalen aan een digitale uitgang of relaisuitgang
koppelen.
Wanneer het onderhoud is uitgevoerd, moet u de teller resetten met een digitale ingang of
met de parameter P3.16.4 Reset teller 1.
10
D. PID-terugkoppeling (ID21)
E. AAN
F. UIT
LOCAL CONTACTS: HTTP://DRIVES.DANFOSS.COM/DANFOSS-DRIVES/LOCAL-CONTACTS/
PARAMETERBESCHRIJVINGEN
D
E
F
E
F