PARAMETERBESCHRIJVINGEN
P3.1.2.3 SCHAKELFREQUENTIE (ID 601)
Met deze parameter kunt u de schakelfrequentie van de frequentieregelaar instellen.
Als u de schakelfrequentie verhoogt, neemt de capaciteit van de frequentieregelaar af. U
kunt de capacitieve stromen in lange motorkabels verkleinen door een lage
schakelfrequentie te gebruiken. Gebruik een hoge schakelfrequentie voor een stiller
motorbedrijf.
P3.1.2.4 IDENTIFICATIE (ID 631)
Met deze parameter kunt u de optimale parameterwaarden voor de besturing van de
frequentieregelaar vinden.
Tijdens de identificatierun worden de motorparameters gemeten of berekend die nodig zijn
voor een correcte besturing van de motor en het toerental.
De identificatierun helpt u om de specifieke eigenschappen van de motor en de
frequentieregelaar in te stellen. Het is een hulpmiddel voor de inbedrijfstelling en het
onderhoud van de frequentieregelaar.
AANWIJZING!
Voordat u de identificatierun kunt uitvoeren, moet u de motorparameters
overnemen van de motortypeplaat.
Nummer
Naam optie
optie
0
Geen actie
1
Identificatie bij stilstand
Identificatie met draaiende
2
U kunt de functie Identificatie starten door de parameter P3.1.2.4 in te stellen en een
startopdracht te geven. U moet de startopdracht binnen 20 s geven. Als er binnen die tijd
geen startopdracht wordt gegeven, wordt de identificatierun niet uitgevoerd. De parameter
P3.1.2.4 wordt teruggezet naar de standaardwaarde en er wordt een identificatiealarm
gegenereerd.
U kunt de identificatierun afbreken voordat deze is voltooid door een stopopdracht te geven.
Hiermee wordt de standaardwaarde van de parameter hersteld. Als de identificatierun niet
wordt voltooid, wordt er een identificatiealarm gegenereerd.
LOCAL CONTACTS: HTTP://DRIVES.DANFOSS.COM/DANFOSS-DRIVES/LOCAL-CONTACTS/
Geen identificatie vereist.
De frequentieregelaar werkt zonder rotatie wanneer u de
identificatierun voor de motorparameters uitvoert. De motor
ontvangt stroom en spanning, maar de frequentie is nul. De
U/f-ratio en parameters voor startmagnetisering worden
vastgesteld.
De frequentieregelaar werkt met draaiende motor wanneer
u de identificatierun voor de motorparameters uitvoert. De
U/f-ratio, magnetiseringsstroom en parameters voor start-
magnetisering worden vastgesteld.
motor
Voor een nauwkeurig resultaat moet u deze identificatierun
uitvoeren zonder belasting op de motoras.
VACON · 205
Beschrijving
10