PARAMETERBESCHRIJVINGEN
9. De STOP-knop op het bedieningspaneel
wordt ingedrukt en de
uitgangsfrequentie gaat naar 0. (Dit
signaal werkt alleen als P3.2.3
Bedieningspaneel Stopknop is ingesteld
op Ja.)
P3.2.7 START/STOP-LOGICA I/O B (ID 363)
Met deze parameter kunt u de digitale signalen voor start/stop-opdrachten van de
frequentieregelaar instellen.
De opties met het woord 'flank' helpen voorkomen dat de frequentieregelaar onbedoeld
wordt gestart.
Zie P3.2.6 voor meer informatie.
P3.2.8 STARTLOGICA VELDBUS (ID 889)
Met deze parameter kunt u de startlogica voor de veldbus instellen.
De opties met het woord 'flank' helpen voorkomen dat de frequentieregelaar onbedoeld
wordt gestart.
Nummer
Naam optie
optie
0
Een opgaande flank is vereist.
1
P3.2.9 STARTVERTRAGING (ID 524)
Met deze parameter kunt u de vertraging instellen tussen de startopdracht en de werkelijke
start van de frequentieregelaar.
P3.2.10 REMOTE TO LOCAL FUNCTION (ID 181)
Met deze parameter kunt u instellen welke gegevens worden overgenomen wanneer u
overschakelt van externe naar lokale bediening (bedieningspaneel).
Nummer
Naam optie
optie
0
Run behouden
1
Run & referentie behouden
2
LOCAL CONTACTS: HTTP://DRIVES.DANFOSS.COM/DANFOSS-DRIVES/LOCAL-CONTACTS/
Status
Stop
10. Voordat de frequentieregelaar kan
starten, moet u CS1 openen en weer
sluiten.
11. CS1 wordt inactief en de frequentie
neemt af naar 0.
Beschrijving
Beschrijving
VACON · 225
10