VACON · 230
Als u kleine waarden van de koppelreferentie rondom 0 wilt negeren, kunt u deze parameter
instellen op een waarde groter dan 0. Wanneer het referentiesignaal tussen 0 en 0 ± de
waarde van deze parameter ligt, wordt de koppelreferentie ingesteld op 0.
P3.3.2.6 BEDIENINGSPANEEL KOPPELREFERENTIE (ID 1439)
Met deze parameter kunt u de koppelreferentie voor het bedieningspaneel instellen.
Deze parameter wordt gebruikt wanneer P3.3.2.1 is ingesteld op 1. De waarde van deze
parameter is beperkt tot een waarde tussen P3.3.2.3 en P3.3.2.2.
P3.3.2.7 FREQUENTIELIMIET KOPPELREGELING (ID 1278)
Met deze parameter kunt u de modus voor de uitgangsfrequentielimiet voor koppelregeling
instellen.
In de koppelregelingsmodus wordt de uitgangsfrequentie van de frequentieregelaar altijd
beperkt door de minimumfrequentiereferentie en de maximumfrequentiereferentie (P3.3.1.1
en P3.3.1.2).
U kunt met deze parameter nog twee andere modi selecteren.
0 = Pos/NegFreqLimiet, dat wil zeggen, de positieve/negatieve frequentielimieten.
De frequentie wordt begrensd door de positieve frequentiereferentielimiet (P3.3.1.3) en de
negatieve frequentiereferentielimiet (P3.3.1.4) (als deze parameters lager zijn ingesteld dan
de waarde van P3.3.1.2 Maximale frequentie).
P
Pos. freq.ref.limiet
P
Max. freq.referentie
P
-Max. freq.referentie
P
Neg. freq.ref.limiet
Afb. 35: Frequentielimiet koppelregeling, optie 0
1 = Frequentiereferentie, dat wil zeggen, de frequentiereferentie voor beide richtingen.
De frequentie wordt in beide richtingen beperkt door de werkelijke frequentiereferentie (na
de rampinggenerator). Dat betekent dat de uitgangsfrequentie toeneemt binnen de
ingestelde rampingtijd totdat het werkelijke koppel gelijk is aan het referentiekoppel.
10
Uitgangsfrequentie
[Hz]
Frequentieregelaar in koppelregeling
Frequentieregelaar in koppelregeling
LOCAL CONTACTS: HTTP://DRIVES.DANFOSS.COM/DANFOSS-DRIVES/LOCAL-CONTACTS/
PARAMETERBESCHRIJVINGEN
Snelheidsregelaar actief
Snelheidsregelaar actief
Tijd