Opbouw en werking van de basismachine
5.10
Hydraulische steunpoot
De hydraulisch bediende steunpoot (Afb. 41/1)
steunt de afgekoppelde veldspuit. De bediening
gebeurt via een dubbel werkende regeleenheid.
Tractorregeleenheid 1:
•
steunpoot oplichten:
slangmarkering 3x blauw.
•
steunpoot laten zakken:
slangmarkering 4x blauw.
GEVAAR
Als de machine op de hydraulische
steunpoot wordt gezet, mag deze
max. 30° uit het verticale vlak
worden versteld.
•
Bij de steunpootbediening aan de
tractor de koppeling intrappen en
hierdoor de bout van trekhaak /
Hitch ontlasten.
•
De rode markering (Afb. 42/1)
van de steunpoot-
controleindicatie is zichtbaar, als
de machine op de hydraulische
steunpoot is gezet.
5.11
Mechanische steunpoot
•
Steunpoot opgetild tijdens het gebruik of het
transport (Afb. 43).
•
Steunpoot neergelaten (Afb. 44) bij
afgekoppelde machine.
Voor de bediening van de steunpoot:
1. Lunspen (Afb. 43/2) lossen.
2. Bout (Afb. 43/3) uittrekken.
3. Steunpoot met greep (Afb. 43/4)
optillen/neerlaten.
4. Steunpoot met bout bevestigen en met
lunspen borgen.
5. Met de handkruk (Afb. 43/5) de steunpoot
verder neerlaten/optillen.
78
Afb. 41
Afb. 42
UX met stuurdissel:
Gevaar van botsen van opgelichte steunpoot met werkplatform!
De opgelichte steunpoot in de onderste boring bevestigen.
Afb. 43
Afb. 44
UX BAG0054.0 11.07