Inbedrijfstelling
7.4
Wielen monteren
7.5
Eerste ingebruikneming van het bedrijfsremsysteem
130
Is de machine met noodwielen uitgerust, dan moeten voor de
ingebruikname loopwielen worden gemonteerd.
WAARSCHUWING
•
Er mogen uitsluitend banden worden gebruikt die aan de
technische specificaties (pagina 54) voldoen.
•
Bij de velgen die voor de loopwielen worden gebruikt, moet
de velgplaat rondom gelast zijn!
•
Voor banden met een diameter groter dan 1860 mm moet een
verlengstuk voor de hydraulische steunpoot en de ladder
worden aangebracht.
•
Afhankelijk van de spoorbreedte moet bij stuurassen de
aanslagbout worden gemonteerd; zie pagina 77.
1. Licht de machine een stukje op met een hijskraan.
GEVAAR
Gebruik hiervoor de gemarkeerde bevestigingspunten voor
hijsriemen.
Zie hiervoor ook het hoofdstuk "Op- en afladen", pagina 39.
2. Wielmoeren van de noodwielen lossen.
3. Noodwielen afnemen.
VOORZICHTIG
Opgelet bij het afnemen van de noodwielen en het plaatsen van
de loopwielen!
4. Loopwielen over de wielbouten schuiven.
5. Wielmoeren aandraaien.
Voorgeschreven aanhaalmoment voor wielmoeren: 510 Nm.
6. Machine neerlaten en hefbanden afnemen.
7. Na 10 bedrijfsuren de wielmoeren natrekken.
Voer met de getrokken veldspuit een remproef uit met lege en met
volle tank en test op deze manier het remgedrag van de tractor met
aangehangen veldspuit.
We adviseren de onderlinge afstemming van het remvermogen
tussen de tractor en de getrokken veldspuit door de dealer te laten
controleren voor een optimaal remvermogen en een minimale slijtage
aan de remvoeringen (zie hiervoor hoofdstuk "Onderhoud", pagina
183).
UX BAG0054.0 11.07