6.5.2
Enkelvoudige spuitdoppen
Afb. 83/...
(1) Spuitdophouder met bajonetaansluiting
(standaard).
(2) Membraan. Daalt de druk in de spuitleiding
onder ca. 0,5 bar, dan drukt het
veerelement (3) het membraan op de
membraanzitting (4) in de spuitdophouder.
Hierdoor wordt het nadruppelen bij het
uitschakelen van de spuitdoppen bij een
uitgeschakelde spuitboom vermeden.
(3) Veerelement.
(4) Membraanzitting.
(5) Schuif; houdt het complete membraanklep
in de spuitdophouder.
(6) Spuitdopfilter; standaard 50 gaatjes/inch,
is van onderen in de spuitdophouder
geplaatst. Zie hiervoor hoofdstuk
"Spuitdopfilter".
(7) Rubber afdichting.
(8) Spuitdop; standaard LU-K 120-05.
(9) Bajonetaansluiting.
(10) Bajonetkap gekleurd.
(11) Veerelementbehuizing.
6.5.3
Meervoudige spuitdoppen (optie)
Het gebruik van de als drievoudige
spuitdopkoppen (Afb. 84) gevormde
meervoudige spuitdoppen bij het gebruik van
verschillende spuitdoptypes. Gevoed wordt
telkens de verticaal staande spuitdop.
Door het linksom verdraaien van de drievoudige
spuitdopkop (Afb. 84/1) wordt een andere
spuitdop gebruikt.
Uitgeschakeld is de drievoudige spuitdopkop in
de tussenposities. Hierdoor is het mogelijk om de
werkbreedte van de spuitbomen te verkleinen.
Spoel de spuitleidingen voor het
verdraaien van de drievoudige
spuitdopkop op een andere
spuitdoptype.
UX BAG0054.0 11.07
Constructie en werking van de spuitbomen
Afb. 83
Afb. 84
107