9.5
Opties van de centrale instellen
Via het paneel: <toets>, Programmering, Opties
Ga naar de velden die gewijzigd moeten worden en wijzig de waarden.
9.5.1 Parameters van de centrale
Vertraging geen
netvoeding
Vertraging
communicatiesysteem
Duur muting
Blokkeringstijd
deblokkering
Deblokkeertijd
Tijd lijnen negeren
24VR cond.
Gebeurtenissen
uitgesloten zones
Cont. via 485
Realtime
Paneel
Repeater n
9.6
De vergelijkingen instellen
Via het paneel: NIET beschikbaar
Enkel via SmartLeague-software is het mogelijk om de 7 vergelijkingen te definiëren die de centrale ter
beschikking stelt om eventuele uitgangen te activeren.
Iedere vergelijking kan gedefinieerd worden met behulp van de operanden (signalen van de zones, timers
en constanten) en de operators (AND, OR, NOT, XOR, + , >, >=, <, <=, !=, =) die ter beschikking worden
gesteld.
56
Vertraging (0 tot 30 minuten) die verstrijkt tussen een spanningsval en het moment
waarop de storing gesignaleerd wordt. Gebruikt om te vermijden dat een storing wordt
gesignaleerd bij een korte black-out van het elektriciteitsnet.
Vertraging (0 tot 10 minuten) waarmee de DIALER-uitgang wordt geactiveerd bij een
alarm van een zone.
Indien het alarm via een drukknop of door indrukken van de toets ONTRUIMING
geactiveerd is, wordt de uitgang onmiddellijk geactiveerd.
Duur (0 tot 10 minuten) van de muting in nachtmodus (door het indrukken van de toets
STOP ALARMGEVERS).
Periode (0 tot 30 minuten) tijdens dewelke een reset niet is toegestaan na een activering
om te blussen. Indien binnen deze tijdsspanne een signaal bevestiging blussen naar de
bluskaart wordt gestuurd, wordt de reset opnieuw geactiveerd.
Duur (2 tot 10 seconden) van de deblokkering van de lijnen; tijdsspanne tijdens dewelke
de voedingsspanning naar de dectorren wordt weggenomen om de terugkeer naar de
rustconditie (na een alarm) te forceren.
Tijdsspanne (1 tot 5 seconden) op het einde van de resetperiode, tijdens dewelke de
lijnen niet worden beoordeeld, zodat de apparaten die erop aangesloten zijn naar de
rustcondities kunnen terugkeren.
Indien deze optie op "NEE" wordt gelaten, is de AUX-R-uitgang altijd aanwezig, behalve
tijdens de deblokkeertijd, tijdens dewelke deze uitgang uit blijft.
Wanneer u deze optie op "JA" instelt, is de AUX-R-uitgang altijd aanwezig, behalve
wanneer minstens een van de zones vermeld in de lijnen na deze optie en gemarkeerd
met "JA" in alarm treedt.
Indien deze optie geactiveerd is, kan de centrale in het register eventuele
statuswijzigingen van de uitgesloten zones opnemen.
Indien geactiveerd gedraagt de centrale zic als een voedingsstation aangesloten opde bus
RS485 van de SmartLoop-centrales in slave-modus.
Na de instelling is het mogelijk om het adres van de centrale te wijzigen volgens
onderstaand pad:
Via het paneel: <toets>, Programmering, Configuratie, Acq.interne bus, Ok
Indien deze optie op "JA" is ingesteld, wordt in rustcondities op het display van de
centrale een grafische balk weergegeven die de waarde gelezen door de I/O-lijnen van de
zones die hierna gespecificeerd worden in realtime weergeeft. Deze functie kan gebruikt
worden indien de I/O-lijnen als GAS-lijnen 4-20mA geconfigureerd zijn en laat toe om het
gasniveau gemeten door iedere lijn weer te geven.
Indien deze optie op "JA" is ingesteld, wordt in rustcondities op het display van de
repeater een grafische balk weergegeven die de waarde gelezen door de I/O-lijnen van de
zones die hierna gespecificeerd worden in realtime weergeeft. Deze functie kan gebruikt
worden indien de I/O-lijnen als GAS-lijnen 4-20mA geconfigureerd zijn en laat toe om het
gasniveau gemeten door iedere lijn weer te geven.
Conventionele branddetectiecentrale
Programmering via paneel