LED
[O]
STORING
(geel)
[P]
CPU STORING
(geel)
[Q]
UITSCHAKELD
(geel)
[R]
TEST
(geel)
[S]
IN BEDRIJF
(groen)
[T]
KIEZER ACTIEF
(rood)
22
Indien vast aan:
Geeft aan dat er zich een
storingsconditie op de
installatie voordoet. Op het
display verschijnen meer
details betreffende de aard
van de storing;
Geeft aan dat de CPU van de
centrale defect is; u moet de
centrale ter reparatie
opsturen.
Geeft aan dat een of
meerdere componenten van
het systeem (zones of
uitgangen) uitgesloten zijn.
Geeft aan dat een of
meerdere zones in test zijn.
Geeft aan dat de installatie in
werking is.
Geeft aan dat de uitgang
voor activering van het
telefooncommunicatiesyteem
actief is.
Indien knipperend:
Dit geeft aan dat een
storingsconditie in het
geheugen is
opgeslagen die daarna
hersteld werd. Om de
storing op te sporen,
moet u het register
raadplegen met de
gebeurtenissen via het
hoofdmenu (niveau 1).
Geeft aan dat de
interne CPU opnieuw is
opgestart (na een
uitschakeling van de
centrale of een
abnormale conditie).
Conventionele branddetectiecentrale
Opmerkingen
Om het geheugen van de storing terug
te zetten (in conditie LED uit), moet u
de centrale resetten (niveau 2).
Gevaarlijk:
Indien
aan" moet u altijd
opnieuw controleren
of het hele systeem
correct
naar de conditie LED
uit terug te keren,
moet u de centrale
resetten (niveau 2).
Het display verstrekt meer details
welke onderdelen uitgesloten zijn.
Zolang een uitgesloten component
(buiten dienst gesteld) in deze conditie
blijft, veroorzaakt die geen storingen,
alarmen of signaleringen en wordt die
vanuit geen enkele conditie
geactiveerd. Het buiten dienst stellen
van een onderdeel van het systeem is
noodzakelijk wanneer onderhoud aan
dit component wordt uitgevoerd.
Wanneer het testen van een zone
geactiveerd is, worden geen alarmen of
signaleringen ingeschakeld waarvoor
deze zone geprogrammeerd is, maar
gaat het desbetreffende controlelampje
enkele seconden aan om daarna
automatisch te resetten. De uitgang
ALARM NAC wordt 3 seconden
geactiveerd om bevestiging te geven
dat die door de centrale is herkend.
Aan de hand van deze procedure kan
een enkele bediener een zone van de
installatie in test stellen en de punten
een voor een controleren om na te
gaan of ze correct werken, zonder naar
de centrale te moeten terugkeren om
de gebeurtenis veroorzaakt door het
activeren van ieder punt te moeten
controleren/resetten.
Dit lampje gaat uit wanneer de
primaire (230V
) en secondaire
voeding (batterijen) verloren raken.
Het communicatiesysteem wordt
geactiveerd bij een alarm na een
programmeerbare vertragingstijd.
Gebruikersinterface
"knipperend
werkt.
Om