LED
[W]
SIRENES - FOUT
[X]
SIRENES -
OVERBRUGD
[Y]
KIEZER - AAN
[Z]
KIEZER - FOUT
[Z1] KIEZER -
OVERBRUGD
5.2.3 Kaart van de repeaters
Wanneer de installateur de behuizing van de repeater moet openen, vindt hij binnenin de achterkant van
de elektronische kaart, die op de afdekking is bevestigd. Hierna volgt een beschrijving van de onderdelen
die tijdens de installatie worden gebruikt:
A
Afbeelding 10 - Achterkant van de kaart van de repeaters
[A] DIP switch
[B] RS485
aansluitklemmen
[C] EOL
aansluitklemmen
26
Indien vast aan:
Geeft aan dat een storing op de uitgang ALARM
NAC werd vastgesteld.
Geeft aan dat de uitgang ALARM NAC
gedeactiveerd is.
Geeft aan dat de uitgang DIALER geactiveerd is.
Geeft aan dat een storing op de uitgang DIALER
werd vastgesteld.
Geeft aan dat de uitgang DIALER uitgesloten is.
Voor de instelling van het adres van de repeater
Respectievelijk van beneden naar boven op de afbeelidng "+24V - + GND"; voor
aansluiting op de BUS RS485
Voor het aanbrengen van de brug voor instelling van de positie van de repeater
Conventionele branddetectiecentrale
Indien knipperend aan:
Geeft aan dat een storing op de
uitgang ALARM NAC werd
vastgesteld, die daarna hersteld
werd.
Geeft aan dat een storing op de
uitgang DIALER werd vastgesteld,
die daarna hersteld werd.
C
Gebruikersinterface
B