Inhoudsopgave
Advertenties
Handleiding voor installatie en programmering
De repeater SmartLetUSee/LCD-Lite kan op verschillende modellen van de centrale worden aangesloten.
Wanneer die op een SmartLine centrale wordt aangesloten, zijn niet alle toetsen actief. De actieve toetsen zijn:
[A]
Navigatietoetsen
[B]
EVACUATIE
[C]
STOP SIRENE
[D] RESET
[E]
ONDERZOEK
[F]
ZOEMER
[G] TEST
De repeater geeft de volgende signaleringen.
5.2.1 LCD-display
Op het LCD-display verschijnen alle aanduidingen met betrekking tot actieve gebeurtenissen zoals die op
het paneel van de centrale verschijnen. Zie paragraaf 2.5 - Signaleringen op het display in de
gebruikshandleiding voor meer details.
5.2.2 LED
LED
[H]
GESTOPT
[I]
RESET
GEDEACTIVEERD
[J]
ONDERZOEK
[K]
ALARM
[L]
WAARSCHUWING
[M]
FOUT
[N]
CPU FOUT
[O]
UIT
[P]
TEST
[Q]
NACHT MODE
[R]
BATTERIJ
[S]
AARDE
[T]
ZEKERING
[U]
230V
[V]
SIRENES - AAN
Gebruikersinterface
Beschikbaar om de actieve signaleringen te doorlopen
Zoals in paragraaf 5.1
Zoals in paragraaf 5.1
Zoals in paragraaf 5.1
Zoals in paragraaf 5.1
Zet de zoemer van de repeater stil
Hiermee worden alle controlelampjes van de repeater aangezet, zodat hun werking
gecontroleerd kan worden
Indien vast aan:
Zoals in paragraaf 5.1
Zoals in paragraaf 5.1
Geeft aan dat de herkenningstijd vereist is
Zoals in paragraaf 5.1
Zoals in paragraaf 5.1
Zoals in paragraaf 5.1
Geeft aan dat de CPU van de repeater defect is;
u moet de repeater ter reparatie opsturen.
Zoals in paragraaf 5.1
Zoals in paragraaf 5.1
Zoals in paragraaf 5.1
Geeft aan dat de batterijen van de centrale leeg
zijn of niet correct werken.
Geeft aan dat er op een of meerdere punten van
de installatie een verlies naar de aarding is.
Geeft aan dat de uitgangen AUX of AUX R in
kortsluiting zijn en dat de zekering ter
beveiliging in werking is getreden.
Geeft aan dat er geen netspanning is.
Geeft aan dat de uitgang ALARM NAC actief is.
Indien knipperend aan:
Geeft aan dat een situatie werd
vastgesteld waarbij de batterij leeg
was of niet correct werkte, maar die
daarna hersteld werd.
Geeft aan dat een verlies naar de
aarding werd vastgesteld, die daarna
hersteld werd.
Geeft aan dat een kortsluiting op de
uitgang AUX of AUX R zich voordeed,
die daarna hersteld werd.
Geeft aan dat werd vastgesteld dat
de netspanning ontbrak, maar dat
die daarna hersteld werd.
25
Advertenties
Inhoudsopgave
