Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Hoofdstuk 7; Controle Of De Bekabelingen Intact Zijn; Seriële Rs232-Aansluiting Voor Pc; Inschakeling En Configuratie Van De Installatie - INIM Electronics SmartLine Handleiding Voor Installatie, Programmering En Besturing

Inhoudsopgave

Advertenties

Handleiding voor installatie en programmering

Inschakeling en configuratie van de installatie

7.1

Controle of de bekabelingen intact zijn

Vooraleer het systeem te voeden, moet u controleren of de bekabelingen correct en intact zijn, en moet u
de isolatie tussen kabels en aarding controleren.
1. Verwijder de brug (paragraaf 4.2 - [L]) om het defect aardingsstoring uit te sluiten.
2. Controleer met een tester of de weerstand tussen iedere kabel en de aarding oneindig is.
3. Plaats de brug terug om de controle aardingsstoring terug te activeren.
4. Maak de kabels van iedere lijn los.
5. Controleer met een tester of de weerstand van de lijn overeenkomt met de waarde van de weerstand einde lijn.
6. Maak de kabels van de gecontroleerde uitgangen los van de klemmen van de centrale.
7. Meet de weerstand van de kabel met een tester en probeer dit op beide polariteiten. Bij minstens een van de
twee polariteiten moet u een weerstand meten die gelijk is aan de waarde van de weerstand einde lijn.
8. Controleer of de kabels met behulp van strips gegroepeerd zijn en vastgemaakt op de bevestigingen die op de
bodem van de behuizing zijn uitgespaard.
9. Controleer of de polariteiten correct zijn bij de verbinding van de primaire voedingskabel (230V
10. Controleer of het kabeltje met een plastic strip op de bevestiging is vastgemaakt op de bodem.
11. Controleer of de DIP switch voor selectie van het adres alle repeaters die op de centrale zijn aangesloten corect
is ingesteld (Afbeelding 10 - Achterkant van de kaart van de repeaters, [A]).
12. Controleer of de brug voor weerstand einde lijn op het laatste apparaat aangesloten op de BUS RS485 in de
EOL-positie is ingesteld.
7.2
Seriële RS232-aansluiting voor pc
Sluit de RS232-kabel op het apparaat aan via de seriële RS232-aansluiting (paragraaf 4.2 - [M]).
Opmerking:
De aansluiting tussen centrale en pc wordt enkel actief gesteld wanneer de brug voor programmering via pc
is aangebracht.
De kabel wordt volgens onderstaand schema op het apparaat aangesloten:
Inschakeling en configuratie van de installatie
Zijde SmartLine
connector DB9F
1
9
Zijde SmartLine
connector DB9F
1
9
Zijde PC
connector DB9F
2
3
3
2
4
4
9
5
5
6
6
7
7
8
8
Zijde PC
connector DB25F
2
2
25
3
3
4
20
7
5
6
6
7
4
8
5

Hoofdstuk 7

).
1
1
45

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Smartline020-2Smartline020-4Smartline036-4

Inhoudsopgave