De elektrische voeding is ontworpen en gebouwd in overeenstemming met de norm EN 54-4 Automatische
brandmeldinstallaties - Energievoorziening.
In combinatie met de optionele bluskaart SmartLetLoose/ONE è progettata e costruita is SmartLine
ontworpen en gebouwd in Vaste brandblusinstallaties - Onderdelen voor blusgassystemen - Deel 1: Eisen
en beproevingsmethoden voor automatische elektrische stuur-, blus- en vertragingsinrichtingen.
2.14.2 Beheer van elektronische apparatuur
De normale bewegingen van een persoon kunnen gemakkelijk elektrostatisch vermogen van duizenden Volt
opwekken. Ontlading van deze spanningen naar halfgeleidende apparaten tijdens het hanteren van
elektronische circuits kan ernstige schade veroorzaken, die vaak niet meteen merkbaar is, maar die de
betrouwbaarheid van de circuits verminderen.
De elektronische circuits geproduceerd door INIM Electronics zijn immuun voor hoge niveaus
elektrostatische ontlading indien ze in hun behuizing zitten.
Stel de circuits niet bloot aan risico's voor schade door de modules onnodig uit te trekken.
• Neem de kaarten aan de randen vast.
• Vermijd om elektronische componenten, het pad van geprinte circuits of de metalen delen van de
connectoren aan te raken.
• Geef de module aan niemand door zonder eerst te controleren of u op hetzelfde elektrostatische
vermogen bent. Door elkaar een hand te geven, krijgt u hetzelfde vermogen.
• Plaats de module op een antistatisch oppervlak of op een oppervlak dat op hetzelfde vermogen geleidend
is.
Meer informatie over procedures om veilig te werekn met elektronische apparaten vindt u in de normen EN
61340-5-1 en CLC/TR 61340-5-2.
2.14.3 Het apparaat aansluiten
Het personeel dat instaat voor het installeren, de indienststelling of opstart van dit apparaat moet op de
hoogte zijn van de correcte werkprocedures om de veiligheid en een correct gebruik te garanderen.
Raadpleeg eerst de documentatie van het product vooraleer te installeren, in dienst te stellen of op te
starten.
Vooraleer het apparaat te voeden, moet u controleren of de aarding correct op de voorziene klem is
aangesloten.
De aanbevolen minimale doorsnede voor de aardaansluiting is 2.5 mm
documentatie in bijlage.
2.14.4 Buitendienststelling en verwijdering
Vervanging
Indien een verouderd apparaat wordt vervangen, moet u die loskoppelen en het nieuwe systeem daarna
aansluiten volgens de betreffende aansluitschema's.
Bij ieder product dat batterijen bevat, moet u zorgvuldig eerst de batterijen wegnemen vooraleer het
product te verwijderen; let daarbij op om kortsluiting te vermijden.
Verwijdering
Het is aanbevolen om vernietiging door verbranding en het dumpen in waterlopen te vermijden. Het
product moet op veilige wijze worden verwijderd.
Om een oud systeem of batterijen ter verwijderen, moet u de geldende normen inzake verwijdering van
afvalstoffen volgen.
12
Conventionele branddetectiecentrale
2
, tenzij anders is aangegeven in de
Algemene informatie