Handleiding voor installatie en programmering
LED
[U]
ALARM KIEZER
UITGESCHAKELD
/STORING
BRAND
(geel)
[V]
ALARMGEVERS
UITGESCHAKELD
/STORING
(geel)
[W]
STORING KIEZER
UITGESCHAKELD
/STORING
(geel)
[X]
NACHT STAND
(geel)
[Y]
UITSCHAKELEN
BLUSSING
[Z]
UITSCHAKELEN
AUTO
[A1] UITSCHAKELEN
HAND
B1
BLUSSING
ACTIEF
Gebruikersinterface
Indien vast aan:
Geeft aan dat de uitgang
voor activering van het
telefooncommunicatiesystee
m voor alarmsignaleringen
werd uitgeschakeld of defect
is. Op het display verschijnen
meer details.
Geeft aan dat de uitgang van
de sirenes/knipperlichten
werd uitgeschakeld of defect
is. Op het display verschijnen
meer details.
Geeft aan dat de uitgang
voor activering van het
telefooncommunicatiesystee
m voor storingssignaleringen
werd uitgeschakeld of defect
is. Op het display verschijnen
meer details.
Geeft aan dat de centrale in
werkwijze nacht is.
Signaleringen bluskaart (optie)
Geeft aan dat een
bluscommando
gedeactiveerd werd via de
voorziene toets (paragraaf
5.1 - [G]).
Geeft aan dat een
automatisch bluscommando
gedeactiveerd werd via de
voorziene toets (paragraaf
5.1 - [H]).
Geeft aan dat een handmatig
bluscommando
gedeactiveerd werd via de
voorziene toets (paragraaf
5.1 - [I]).
Geeft aan dat het blussen in
uitvoering is.
Indien knipperend:
Geeft een
storingsconditie aan
die zich voordeed en
daarna hersteld werd.
Deze conditie wordt
pas na een reset
(niveau 2) gewist.
Geeft een
storingsconditie aan
die zich voordeed en
daarna hersteld werd.
Deze conditie wordt
pas na een reset
(niveau 2) gewist.
Geeft een
storingsconditie aan
die zich voordeed en
daarna hersteld werd.
Deze conditie wordt
pas na een reset
(niveau 2) gewist.
Opmerkingen
In deze werkwijze wordt de
vooralarmtijd tot nul herleid voor alle
zones waar geen vooralarm in
werkwijze nacht geprogrammeerd is.
Bovendien zal de centrale in geval van
een muting automatisch deblokkeren
na de geprogrammeerde tijd. De
werkwijze nacht moet beschouwd
worden als een werkwijze die gebruikt
moet worden wanneer de zone
beschermd door de installatie niet door
publiek wordt bezocht en de supervisie
van de lokalen aan één enkele persoon
is toevertrouwd (bewaker, toezichter,
enz.) die hier aanwezig is of via het
communicatiesysteem wordt
verwitttgd.
23