Inhoudsopgave
Advertenties
De batterijen vormen de secundaire voedingsbron van het systeem. De centrale zal de batterij opladen en
controleren. De controle van de batterijen door de centrale vindt plaats aan de hand van volgende
procedure:
• Efficiëntietest
De centrale controleert ongeveer iedere 10 minuten of de batterijen efficiënt zijn. Indien hun interne
weerstand hoger is dan de toegestane limiet, signaleert de centrale de storing "
• Niveautest
De centrale controleert continue het laadspanningsniveau van de batterijen. Indien de netvoeding
wegvalt, controleert de centrale constant het spanningsniveau van de batterijen. Wanneer het
spanningsniveau onder 22.8V daalt, signaleert de centrale de storing "
wordt gereset wanneer de spanning van de batterijen opnieuw boven 24.6V komt.
• Ontkoppeling wegens te ver ontladen
Wanneer de netspanning te lang uitblijft en de spanning van de batterijen onder 18V daalt, zal de centrale de
batterijen ontkoppelen om te vermijden dat ze schade oplopen.
6.17
Thermische sonde
Let op:
Om de certificatie IMQ-VEILIGHEIDSSYSTEMEN en de overeenstemming met de norm EN 54-
4 te garanderen, is het verplicht om de thermische sonde te gebruiken.
Een thermische sonde is verkrijgbaar om de laadspanning van de batterijen in functie van de temperatuur
ervan te compenseren. Met behulp van deze sonde vermijdt u dat de batterijen oververhitten en eventueel
beschadigd raken.
6.17.1 Aansluiting van de themische sonde
Sluit de thermische sonde aan op de voorziene connector van de voedingsmodule (Afbeelding 7 -
Switching-voedingen, [D] en Afbeelding 34 - Aansluiting batterijen, [D]).
Bevestig de thermische sonde op een van de twee batterijen zodat de warmte zo goed mogelijk
overgedragen wordt.
44
Conventionele branddetectiecentrale
Geen batt.
". Deze storing
Batt.ontladen
Installatieprocedure
".
Advertenties
Inhoudsopgave
