9
Elektrische installatie
9.3.5
Inbouwplaats
86
De startaccu uit het voertuig verwijderen.
Controleren, of het externe laadapparaat is uitgeschakeld.
Extern laadapparaat aansluiten op de startaccu. Letten op de poling:
Eerst de pooltang "+" aan de pluspool van de accu klemmen, vervol-
gens de pooltang "–" aan de minpool van de accu klemmen.
Extern laadapparaat inschakelen.
Informatie over de laadduur van de accu ontlenen aan de gebruiksaan-
wijzing van het aangebrachte laadapparaat.
Informatie over de sterkte van de accu vindt u op de accu.
Extern laadapparaat in omgekeerde volgorde losklemmen.
Laadbooster voor de woonruimteaccu
Geen onderhouds- of reparatiewerkzaamheden aan het apparaat uit-
voeren. Gevaar van elektrische schok en brandgevaar.
Als de behuizing of de kabels beschadigd zijn: Apparaat niet in ge-
bruik nemen. Apparaat van de stroomvoorziening loskoppelen.
Voorkomen dat er vloeistoffen in het apparaat terechtkomen.
Onderdelen van het apparaat kunnen tijdens gebruik heet worden.
Apparaat niet aanraken.
Geen hittegevoelige voorwerpen in de buurt van het apparaat bewa-
ren.
Alleen accutypen als woonruimteaccu gebruiken die de laadbooster on-
dersteunen.
Wanneer het accutype moet worden vervangen: Laadbooster bij een
servicepunt opnieuw laten instellen en programmeren.
Tijdens het rijden wordt de woonruimteaccu door de dynamo van het voer-
tuig geladen. Schommelingen in de laadstroom en spanningsverlies tussen
dynamo en woonruimteaccu tasten de prestaties van de woonruimteaccu
aan. Het doel van de laadbooster is de laadstroom van de dynamo constant
te houden en eventueel spanningsverlies te compenseren.
De laadbooster is in de fabriek op de gebruikte woonruimteaccu inge-
steld. De laadbooster werkt automatisch, zodra het paneel (LT 100) in-
geschakeld is. Als het paneel (LT 100) is uitgeschakeld, is ook de laad-
booster gedeactiveerd.
Bij hoge warmteontwikkeling zorgt een ingebouwde ventilator ervoor dat de
laadbooster niet oververhit raakt.
De zekeringen van de spanningssensor (elk 1 A) zijn aan de woonruimte-
accu en aan de startaccu aangebracht.
De laadbooster is onder de bestuurdersstoel (achter het elektroblok) of ach-
ter links in de bedkast ingebouwd.
3495617 - 02/23 - EHG-0012-05NL