14
Wielen en banden
14.1
3495617 - 02/23 - EHG-0012-05NL
Hoofdstukoverzicht
In dit hoofdstuk staan instructies voor de banden van het voertuig.
Aan het einde van het hoofdstuk vindt u een tabel, waarin de correcte ban-
denspanning voor uw voertuig kan worden gevonden.
Algemeen
Regelmatig voor het begin van de rit of iedere 2 weken de banden-
spanning controleren. Een verkeerde bandenspanning veroorzaakt
overmatige slijtage en kan de banden beschadigen of zelfs doen klap-
pen. Het voertuig kan uit controle raken (zie sectie 14.6).
Bandenspanning controleren bij koude banden. Een verhoogde banden-
spanning bij warme banden niet reduceren.
Aan het voertuig zijn binnenbandloze banden gemonteerd. Monteer
nooit binnenbanden in deze banden.
Gebruiksaanwijzing van het basisvoertuig in acht nemen.
Al naar gelang de uitvoering is het voertuig standaard alleen met een
bandreparatieset uitgerust.
Bij bandenpech het voertuig naar de kant van de weg rijden. Het voer-
tuig beschermen met een gevarendriehoek. Waarschuwingsknipperlicht
aanzetten.
Banden mogen niet ouder zijn dan 6 jaar omdat het materiaal mettertijd
broos wordt. Het viercijferige DOT-nummer op de zijkant van de band
geeft de productiedatum aan. De eerste twee cijfers geven de week aan,
de laatste twee het productiejaar.
Voorbeeld:
Week 7, productiejaar 2022.
Bij voertuigen op Fiat-/Citroën-basis is het boordgereedschap linksach-
ter tussen gaskast en natte cel ondergebracht.
Bij voertuigen op Ford-basis is het boordgereedschap ondergebracht in
het instapbereik aan de passagierszijde (Afb. 126).
Afb. 126 Boordgereedschap (Basis-
voertuig Ford)
Wielen en banden
14
143