Inhoudsopgave
8
Gasinstallatie .......................... 71
8.1
Algemene instructies ............................ 71
8.2
Gasfles ................................................. 72
8.3
Gasdrukregelaar DuoControl CS ......... 73
8.4
Gasflessen vervangen .......................... 78
8.5
Gasafsluitkranen ................................... 79
9
Elektrische installatie ............. 81
9.1
Algemene veiligheidsinstructies ........... 81
9.2
Begrippen ............................................. 81
9.3
12-V-boordnet ....................................... 82
9.3.1
Woonruimteaccu Type AGM ................ 83
9.3.2
Accu's laden via 230-V-voorziening ..... 84
9.3.3
Accu's laden via voertuigmotor
(dynamo) .............................................. 84
9.3.4
Startaccu laden ..................................... 85
9.3.5
Laadbooster voor de
woonruimteaccu ................................... 86
9.4
Elektroblok (EBL 31) ............................. 87
9.4.1
Accu-scheidingsschakelaar .................. 89
9.4.2
Accu-keuzeschakelaar ......................... 89
9.4.3
Accubewaking ...................................... 89
9.4.4
Acculading ............................................ 90
9.4.5
Toewijzing van de kabel
"ZAT- Voorbereiding" ............................ 90
9.5
Paneel (LT 100) .................................... 90
9.5.1
Hoofdschakelaar 12 V .......................... 91
9.5.2
LED-schaal voor accuspanning ............ 91
9.5.3
LED-schaal voor tankniveau ................ 93
9.6
230-V-boordnet ..................................... 93
9.6.1
230-V-aansluiting
(CEE-contactdoos) ............................... 93
9.6.2
230-V-voorziening aansluiten ............... 94
9.7
Zekeringen ............................................ 95
9.7.1
Zekeringen 12 V ................................... 95
9.7.2
Zekering 230 V ..................................... 99
10
Inbouwapparatuur ................. 101
10.1
Algemeen ........................................... 101
10.2
Verwarming/warmwatervoorziening ... 101
10.2.1
Juist verwarmen ................................. 102
10.2.2
Verwarming en
warmwatervoorziening
(Truma Combi) ................................... 103
10.2.3
Dieselverwarming en
warmwatervoorziening
(Truma Combi D) (speciale edities) .... 105
10.2.4
Standverwarming (Webasto) .............. 106
10.2.5
Wandschoorsteen ............................... 106
10.3
Gaskooktoestel ................................... 107
10.4
Koelkast .............................................. 109
10.4.1
Compressorkoelkast – Algemeen ...... 109
10.4.2
Compressorkoelkast
Thetford – Bediening .......................... 110
10.4.3
Compressorkoelkast
Dometic – Bediening .......................... 111
10.4.4
Vergrendeling van de koelkastdeur .... 112
2
11
Sanitaire inrichting ............... 113
11.1
Watervoorziening, algemeen .............. 113
11.2
Watertank ........................................... 114
11.2.1
Drinkwatervulopening met deksel ...... 114
11.2.2
Waterinstallatie vullen ........................ 115
11.2.3
Water bijvullen .................................... 116
11.2.4
Waterhoeveelheid voor rijden
verminderen........................................ 116
11.2.5
Water aftappen ................................... 117
11.2.6
Waterinstallatie leegmaken ................ 117
11.3
Afvalwatertank .................................... 119
11.4
Geïsoleerde en verwarmde
afvalwatertank .................................... 120
11.5
Toiletruimte ......................................... 121
11.6
Toilet ................................................... 122
11.6.1
Zwenkbaar toilet ................................. 122
11.6.2
Fecaliëntank leegmaken .................... 123
11.6.3
Wintergebruik ..................................... 123
11.6.4
Tijdelijke stilstand ............................... 124
12
Verzorging ............................. 125
12.1
Uitwendige verzorging ........................ 125
12.1.1
Algemeen ........................................... 125
12.1.2
Wassen met hogedrukreiniger ........... 125
12.1.3
Voertuig wassen ................................. 126
12.1.4
Vensterruiten uit plexiglas .................. 126
12.1.5
Onderkant ........................................... 127
12.1.6
Opstap reinigen .................................. 127
12.1.7
Hef-slaapdak reinigen ........................ 128
12.2
Inwendige verzorging ......................... 128
12.2.1
Koelkast .............................................. 129
12.3
Roestvrijstalen oppervlakken ............. 130
12.4
Waterinstallatie ................................... 130
12.4.1
Watertank reinigen ............................. 130
12.4.2
Waterleidingen reinigen ...................... 131
12.4.3
Waterinstallatie ontsmetten ................ 132
12.4.4
Afvalwatertank reinigen ...................... 132
12.5
Verzorging bij gebruik van het
voertuig in de winter ........................... 132
12.5.1
Voorbereidingen ................................. 132
12.5.2
Wintergebruik ..................................... 133
12.5.3
Na het winterseizoen .......................... 133
12.6
Stilstand .............................................. 133
12.6.1
Tijdelijke stilstand ............................... 133
12.6.2
Stilstand in de winter .......................... 135
12.6.3
Ingebruikname van het voertuig na
tijdelijke stilstand of na stilstand in
de winter ............................................. 136
13
Onderhoud ............................ 137
13.1
Officiële controles ............................... 137
13.2
Inspectiewerkzaamheden ................... 138
13.3
Onderhoudswerkzaamheden ............. 138
13.4
Hef-slaapdak ...................................... 138
13.5
Vervangen van verlichtingsmiddel,
buiten .................................................. 139
3495617 - 02/23 - EHG-0012-05NL