7.4.2
Vouwverduistering
Sluiten:
Openen:
Rolhor
Sluiten:
Openen:
3495617 - 02/23 - EHG-0012-05NL
Om het uitzetbaar raam in de stand "continue ventilatie" te brengen:
De vergrendelingshendel (Afb. 20,3) een kwartslag naar het midden van
het raam draaien.
Het uitzetbaar raam licht naar buiten duwen.
De vergrendelingshendel een kwartslag naar het raamkozijn draaien. De
vergrendelingsneus (Afb. 20,1) daarbij in de uitsparing van de raamver-
grendeling (Afb. 20,2) schuiven.
Het uitzetbare raam mag tijdens de rit niet in de stand "continue ventilatie"
staan.
Bij regen kan er spatwater in de woonruimte binnendringen, als het uitzet-
bare raam in de stand "continue ventilatie" staat. Daarom de uitzetbare ra-
men volledig sluiten.
Vouwverduistering en rolhor
De ramen zijn uitgerust met vouwverduistering en rolhor. Rolhor en vouw-
verduistering kunnen apart of tegelijk worden bediend.
Afb. 21
Uitzetbaar raam
De vouwverduistering (Afb. 22,5) bevindt zich in de rolgordijnbehuizing on-
deraan.
Vouwverduistering in het midden van de greeplijst (Afb. 21,3 en
Afb. 22,4) vastpakken, van onder naar boven trekken en op de ge-
wenste hoogte loslaten. De vouwverduistering blijft in deze hoogte
staan.
De vouwverduistering in het midden van de greeplijst vasthouden en
naar beneden schuiven.
De rolhor (Afb. 22,1) bevindt zich in de rolgordijnbehuizing bovenaan.
Rolhor aan de greeplijst (Afb. 21,2 en Afb. 22,2) naar beneden trekken
tot deze tegen de greeplijst van de vouwverduistering (Afb. 22,4) stoot.
Arretering (Afb. 21,1 en Afb. 22,3) op rolhor met de greeplijst van de
vouwverduistering vergrendelen. Wanneer de arretering vergrendeld is,
kunnen de vouwverduistering en rolhor samen versteld worden.
Arretering (Afb. 22,3) aan de rolhor boven indrukken.
Rolhor aan de greeplijst (Afb. 21,2) langzaam terugbrengen.
Wonen
Afb. 22
Arretering
7
49