Verduistering voorruit
openen:
3495617 - 02/23 - EHG-0012-05NL
Beide plisségordijnen van de voorruit aan de desbetreffende greep
(Afb. 27,3) naar buiten schuiven totdat de greeplijst (Afb. 27,1) volledig
in de houder vastklikt.
De verduistering van de voorruit heeft een Y-vormige uitsparing voor de re-
gensensor (Afb. 27,2) van het voertuig.
7.5
Dakluiken
In het voertuig zijn dakluiken met en zonder kunstmatige ventilatie inge-
bouwd. De kleinere dakluiken in de woonruimte en in het bad zijn van kunst-
matige ventilatie voorzien.
De ventilatieopeningen van de kunstmatige ventilatie altijd open hou-
den. Kunstmatige ventilatieopeningen nooit afdekken, bijv. met een
wintermat, of dichtzetten. Kunstmatige ventilatieopeningen vrijhouden
van sneeuw en bladeren.
Rolgordijnen niet gedurende langere tijd gesloten houden, anders kan er
materiaalvermoeidheid optreden.
Als het verduisteringsrollo resp. de vouwverduistering helemaal is geslo-
ten, kan er bij sterke zonnestraling warmteophoping tussen het verduis-
teringsrollo/de vouwverduistering en het dakluik optreden. Het dakluik
kan beschadigd worden. Daarom bij sterke zonnestraling het verduiste-
ringsrollo/de vouwverduistering maar voor 2/3 sluiten. Het dakluik iets
openen of in ventilatiestand brengen.
Al naargelang het weer de dakluiken zo ver sluiten, dat er geen vocht
kan binnendringen.
Niet op de dakluiken gaan staan.
Voor het begin van de rit de dakluiken sluiten.
Voor het begin van de rit de vergrendeling van de dakluiken controleren.
Bij het verlaten van het voertuig altijd de dakluiken sluiten.
Als er zonlicht op de kussenstoffen valt, dan worden de kussenstoffen in
de loop de tijd lichter. Als tegelijkertijd de temperatuur in het voertuig
sterk stijgt, dan wordt de kleurverandering versneld.
Daarom adviseren wij bij sterke inval van zonlicht in het geparkeerde
voertuig de verduisteringen aan de dakluiken voor 2/3 te sluiten.
7
Wonen
53