7
Wonen
7.1.1
Sluiten:
Openen:
3495617 - 02/23 - EHG-0012-05NL
Hoofdstukoverzicht
In dit hoofdstuk staan instructies voor het wonen in het voertuig.
7.1
Deuren
Alleen met vergrendelde deuren rijden.
De markies aan de voertuigzijde kan in verschillende hellingshoeken
worden gemonteerd (afhankelijk van het aantal onderlegringen dat wordt
gebruikt; zie afzonderlijke montagehandleiding van de fabrikant). Onder
omstandigheden kan de markies bij het in- en uitschuiven tegen de in-
gangsdeur botsen. Daarom de ingangsdeur sluiten, voordat de markies
wordt bediend.
Het vergrendelen van de deuren kan verhinderen, dat de deuren vanzelf
open gaan, bijv. bij een ongeval.
Vergrendelde deuren verhinderen tevens het ongewenste binnendringen
van buitenaf, bijv. als u voor een verkeerslicht stopt. Door vergrendelde
deuren kunnen echter hulpverleners in noodgeval het interieur van het
voertuig moeilijk bereiken.
Bij het verlaten van het voertuig altijd de deuren vergrendelen.
De sloten van de voertuigdeuren zijn bestanddeel van het basisvoertuig.
Het openen en sluiten van de voertuigdeuren is in de gebruiksaanwijzing
van het basisvoertuig beschreven.
Hor aan de schuifdeur, uittrekbaar
De hor helemaal openen voordat de schuifdeur wordt gesloten.
Afb. 16
Hor
Hor aan de lijst (Afb. 16,1) volledig eruit trekken.
Hor aan de lijst (Afb. 16,1) in de uitgangspositie terugschuiven.
7
Wonen
45