14
Wielen en banden
14.4
14.5
14.6
146
Omgang met banden
Over stoepranden in een stompe hoek rijden. De band kan anders aan
de zijkant ingeklemd worden. Het rijden over een stoeprand in een
spitse hoek kan tot beschadiging van de band en als gevolg daarvan tot
klappen van de band leiden.
Over hoogliggende riooldeksels langzaam rijden. De band kan anders
ingeklemd worden. Het snel rijden over een hoogliggende riooldeksel
kan tot beschadiging van de band en als gevolg daarvan tot klappen van
de band leiden.
Schokdempers regelmatig laten controleren. Het rijden met slechte
schokdempers leidt tot duidelijk verhoogde slijtage.
Neem bij ongelijkmatige profielslijtage contact op met de klantenservice.
De banden niet reinigen met hogedrukreiniger. De banden kunnen bin-
nen een paar seconden sterk beschadigd worden en als gevolg daarvan
klappen.
Rijd efficiënt om de banden langer mee te laten gaan. Hard remmen,
start met plankgas en ritten op slechte straten vermijden.
Aandraaimoment
Velg
Stalen velg 15"
Stalen velg 16"
Aluminiumvelg 15"
Aluminiumvelg 16"
Bandenspanning
Een te lage bandenspanning leidt tot oververhitting van de band. Dit
kan zware schade in de band tot gevolg hebben.
Regelmatig voor het begin van de rit of iedere 2 weken de banden-
spanning controleren. Een verkeerde bandenspanning veroorzaakt
overmatige slijtage en kan de banden beschadigen of zelfs doen klap-
pen. Het voertuig kan uit controle raken.
Alleen ventielen gebruiken die voor de voorgeschreven bandenspan-
ning zijn toegelaten.
Alleen banden gebruiken die in de voertuigpapieren staan vermeld.
Bandenspanning controleren bij koude banden. Een verhoogde banden-
spanning bij warme banden niet reduceren.
Aan de binnenkant van de B-stijl bevinden zich aanwijzingsstickers met
de vereiste bandenspanning (zie Afb. 129).
Aandraaimoment
160 Nm
180 Nm
140 Nm
160 Nm
3495617 - 02/23 - EHG-0012-05NL