4.2.3
3495617 - 02/23 - EHG-0012-05NL
Ladingbeveiliging en ladingverdeling
De technisch toelaatbare maximummassa in beladen toestand uit vei-
ligheidsoverwegingen nooit overschrijden.
De lading gelijkmatig op de linker- en rechterzijde van het voertuig
verdelen.
De lading gelijkmatig over beide assen verdelen. Neem daarbij de
technisch toelaatbare maximummassa op de as in acht die in de voer-
tuigpapieren wordt vermeld. Bovendien de toegelaten draagkracht van
de banden in acht nemen (zie hoofdstuk 14).
Zware lasten achter de achteras kunnen de vooras door hefboomwer-
king (
) ontlasten. Dit geldt in het bijzonder bij een lange overhang
achter, als een motor op de houder aan de achterkant wordt getrans-
porteerd of als de opbergruimte achter zwaar is beladen. De ontlas-
ting van de vooras heeft vooral een negatieve invloed op de rij-eigen-
schappen bij voertuigen met voorasaandrijving.
Alle voorwerpen zo opbergen dat deze niet kunnen wegglijden. Daar-
voor bijvoorbeeld de voorwerpen zo tegen elkaar leggen, dat ertussen
geen lege ruimtes overblijven en ze niet meer kunnen wegglijden. Bo-
vendien antislip-matten gebruiken.
Zware voorwerpen (voortent, conserven e. d.) in de buurt van de as
opbergen. Voor het opbergen van zware voorwerpen zijn vooral die-
pergelegen opbergruimten geschikt, waarvan de deuren niet in de rij-
richting kunnen worden geopend.
Lichtere voorwerpen (wasgoed) in de dakopbergkasten opbergen.
Opbergkasten onder het plafond (kasten met klep) maximaal met 10 kg
per strekkende meter of maximaal met 5 kg per compartiment beladen.
Dakopbergcompartimenten ("zwaluwnesten" zonder klep) maximaal met
5 kg per compartiment beladen.
Kastcompartimenten en grote opbergcompartimenten dichtbij de bodem
(met of zonder deur) maximaal met 5 kg per compartiment beladen.
Schuifladen elk maximaal met 10 kg beladen.
Bestekladen elk maximaal met 5 kg beladen.
Grote opbergruimtes bieden ook plaats aan zware voorwerpen. De asbelas-
ting van de voor- en achteras wordt daardoor in sommige gevallen over-
schreden.
De afzonderlijke assen mogen echter onder geen beding te zwaar worden
beladen. Daarom is het belangrijk op welke afstand tot de assen de lading
wordt opgeborgen.
Neem bij het beladen van het voertuig de volgende aanwijzingen in acht om
veilig te kunnen rijden:
De bagage en andere voorwerpen die in het voertuig worden vervoerd,
moeten gelijkmatig over de linker- en rechterkant van het voertuig wor-
den verdeeld.
Zware of volumineuze voorwerpen moeten zo dicht mogelijk bij de grond
worden geplaatst in daarvoor bestemde opbergboxen en in de buurt van
de assen, en worden beveiligd tegen wegglijden.
Voor het rijden
4
23